74 in hem de grootste en beste mogelijkheden tot de bovenbedoelde decentralisatie schuilen. Het incidenteele werk, dat thans gebeurt, zal het Kadaster er toe moeten drijven, een houding ten aanzien van dit decentralisatievraagstuk te vinden. Een enkel woord wijdt de spreker aan den invloed der fotogram- metrie. Hierin heeft men een voorbeeld van specialisatie met de nei ging tot het samentrekken van hulpmiddelen en tot industrialisatie. Dat is een bedenkelijke kant. Misschien, dat eenvoudiger instru menten het mogelijk zullen maken ook op dit gebied de gezonde zelfwerkzaamheid der verschillende maatschappelijke organen door decentralisatie te herstellen. Spreker wenscht in dit opzicht in het bijzonder het Kadaster zelf een eigen initiatief toe. Doch ook het buitenland heeft voor de Nederlandsche fotogrammetrie en voor de luchtvaart groote mogelijkheden. Spreker vraagt zich af, waar om Nederland niet op landmeetkundig gebied in het buitenland in de toekomst dezelfde functie zou kunnen vervullen, welke het reeds zoo lange jaren op waterbouwkundig gebied bekleed heeft. Spreker ziet mogelijkheden in deze richting, doch voor dit alles is zeker noodig het genoemde gevoel voor de veelvormigheid van het leven. Hierbij moet men niet in de eerste plaats vragen naar verlof, salaris, soms zelfs niet naar klimaat, enz. Voor dit werk zijn menschen noodig, die niet alles tevoren willen berekenen. Doch ook voor de particuliere landmeters in ons land geldt iets van hetzelfde. Dat berekenende element verliest de landmeter van vandaag en spreker kan hierover niet treuren. De jonge landmeter moet ge- looven in zijn mogelijkheden, die er zeker zijn. Zij moeten bereid zijn in een zekere overgave hun taak te aanvaarden, zooals deze is. Zij zijn pioniers, misschien tegen wil en dank, maar de besten zullen eenmaal de voldoening smaken, pionier geweest te zijn. Zij zullen hun taak hebben vervuld op de plaats in de wereld, die wellicht niet zoo toevallig was, als dat oogenschijnlijk leek. Zij zullen hebben ge leefd zonder tevoren te vragen, maar daarom juist ontvangend. In de discussie over deze voordracht constateert de heer O. J. Jonas, dat tot dusver slechts weinig waardeering voor goed land meetkundig werk gevonden wordt en in het bijzonder geldt dit voor de ingenieurs. Spreker vraagt naar de oorzaak en naar de mogelijk heden tot verbetering. De heer Schermerhorn stelt nog eens in het licht den groei van het Kadaster naast de technische weten-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 74