86
in Nederlandsch-Indië.
3. J. M. T i e n s t r a, lector aan den Landmeterscursus te Wa-
geningen, secretaris van de Nederlandsche Vereeniging voor Foto-
grammetrie.
4. Mr. R. N. deRuytervan Steveninck, kapitein van
de Artillerie met verlof, in dienst bij de K.N.I.L.M.
5. Ir. B. S c h e r p b i e r, chef van de topografische afdeeling
van de Bataafsche Petroleummaatschappij.
6. J. G. Fortuin, adjunct-hoofdingenieur bij den Algemeene
Dienst van den Rijkswaterstaat.
7. M. Corsten, chef van den Fototechnische Dienst van
de K.L.M. te Rotterdam.
8. D. H. G. van Bergen van der Grijp, luitenant van
de Infanterie van het Nederlandsch-Indische leger met verlof.
9. P. N e g r ij n, ambtenaar bij den Algemeene Dienst van
den Rijkswaterstaat, werkzaam in de fotogrammetrische afdeeling
van den Meetkundige Dienst te Delft.
10. R. I w e m a, landmeetkundig ambtenaar van den Rijkswa
terstaat, werkzaam als voren.
11. B, J. Belt man, landmeetkundig ambtenaar van den Rijks
waterstaat, werkzaam als voren
De opening van het congres op Maandag 26 November geschied
de met veel plechtigheid in de groote zaal van de Sorbonne in
tegenwoordigheid van den president der Fransche republiek. Ver
der is slechts zeer weinig tijd voor algemeene vergaderingen en voor
administratieve werkzaamheden in beslag genomen. Dientenge
volge bestond er goede gelegenheid voor de commissievergaderingen
en was er ook wel tijd voor een studie der tentoonstelling, hoewel
dit gewichtigste deel van het werk m. i. nog te veel in het gedrang
is gekomen. Dinsdag, Donderdag en Vrijdag waren geheel bezet
door commissievergaderingen.
Het gehalte hiervan heeft geleden onder een overvloed van voor
drachten, waarvan een belangrijk aantal beter geëigend waren voor
publicatie in een of ander tijdschrift. De zeer sterk aan den dag tre
dende internationale concurrentie schijnt het vooral voor enkele sta
ten noodzakelijk te maken een overmatig groot aantal sprekers met
niet steeds even nieuwe onderwerpen te doen optreden. Ook de
sprekende industrieele belangen, die aan één kant stimuleerend
werken, traden bij de sterk nationale oriënteering der industrieën