96 kapitein K i n t met den radiaaltriangulator van Z e i s s bij dit werk is verkregen en waardoor een goed meetkundig verband in de kaart kon ontstaan zonder over een noemenswaard aantal terrestrische vaste punten te beschikken. 4. Nabetrachting. Betreffende de organisatie van het congres meen ik te mogen vaststellen, dat de combinatie met de Salon d Aéronautique niet ge lukkig is te achten. Wel ontwikkelt de fotogrammetrie zich meer en meer in de richting der luchtfotogrammetrie, doch dit congres heeft opnieuw geleerd, dat de wederzijdsche belangstelling van de avia- tische wereld en die van den fotogrammeter slechts gering is. Dit moge gesymboliseerd worden door het feit, dat geen enkel speciaal fotovliegtuig geëxposeerd was; zelfs was voor geen type, dat ook an dere doeleinden dient, de nadruk gelegd op de speciale bruikbaarheid als fotovliegtuig. Dit spreekt ook min of meer van zelf, omdat het za kelijke belang der constructeurs bij dit zeer geringe afzetgebied zoo veel minder is dan bij dat voor militaire en verkeersdoeleinden. Ten hoogste kan men zeggen, dat een gedeelte van de bezoekers van het congres voor fotogrammetrie een interessant overzicht van den vlieg tuigbouw in bepaalde landen heeft gekregen, doch ook dat slechts onvolledig, omdat vele firma's daar ontbraken (b.v. alle Neder landers). Indien men dit feit als juist aanneemt, blijven er verder een be- langrijk aantal nadeelen van de combinatie werken. Ten eerste wordt de tentoonstelling overstroomd door ondeskundigen. Ja zelfs de die ven ontbreken niet. Kinderjuffrouwen met gezelschap en tasschen ter verzameling van tentoonstellingsdrukwerken vormen niet het door ons gewenschte publiek. Het is geen wonder, dat er rondom het heele congres dientengevolge een zekere rumoerigheid heeft ge hangen. Het hoofdbezwaar is echter, dat de tentoonstelling buiten gewoon kostbaar is geworden. Zoo heeft de Nederlandsche Ver- eeniging voor Fotogrammetrie voor een oppervlakte van 25 m2, die achteraf bleek niet aangekleed te zijn, 750.— moeten betalen. De wetenschap der exploitanten van een tentoonstellingsgebouw als het Grand Palais, hoe met ondeskundige exposanten om te springen, heeft ook aan de verdere uitgaven onzerzijds geen goed gedaan. In dit alles schuilt een groote onbillijkheid. Immers de nationale ver-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 96