103 baseerd op Amsterdamschen tijd. Van sterwaarnemingen worden eenige voordeelen boven zonswaarnemingen genoemd: mogelijkheid van waarneming tijdens grootste elongatie, zuiverder instelling, etc. Een methode wordt aangegeven voor het selecteeren van sterren. COMMISSIE II. FOTOGRAMMETRIE. Door den heer O. Jonas, landmeter van het Kadaster te Arnhem, is ingezonden: Vernieuwing en verbetering van kadastrale kaarten met gebruik- making van luchtfotogrammetrie". Door den strijd voor de rechtszekerheid van het Kadaster, en doordat de werkzaamheden ten behoeve van uitbreidingen der steden veel werkkrachten in beslag namen, heeft de vernieuwing der kaarten niet met de noodige snelheid plaats gevonden. Ten ge volge van dit in gebreke blijven van het Kadaster, zijn in den tegenwoordigen tijd, nu veel groote werken worden uitgevoerd, andere meetdiensten ontstaan om in de behoefte aan kaarten te voorzien. Bovengenoemd verschijnsel is ook in andere landen opgetreden. De schrijver betoogt, dat het noodzakelijk is, het vele landmeet kundige werk, dat verricht wordt, voor alle diensten, die op land meetkundig gebied werkzaam zijn, van nut te doen zijn. Buiten de samenwerking met den meetdienst van den Rijks waterstaat, zou ook nauwere samenwerking met den Topografische Dienst moeten worden gezocht. Van den laatsten dienst zal een gedeelte van het materiaal bruikbaar zijn, ook voor verdichting van het net van vaste punten. Een methode wordt beschreven, waarop de 1 10.000-opnamen van den Topografische Dienst gebruikt kunnen worden voor de kadastrale kaarten. COMMISSIE III. ADMINISTRATIE EN JURIDISCHE PROBLEMEN. Uit hetgeen de heeren W. van Riessen te Rotterdam, R. ten Oever te Zwolle, A. T e p p er te 's-Gravenhage en Mr. J. H. Jonas te Zutphen hebben ingezonden, zijn onderstaande voorloopige mededeelingen en vraagpunten opgesteld. De akte van grensregeling. Aan verschillende Bewaringen worden thans ingediend akten van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 101