109
gehad, zijn in de praktijk gevormd; ook de leidinggevende perso
nen, een enkele uitzondering daargelaten, bezitten niet dan slechts
een zeer oppervlakkige geodetische kennis. Verreweg de meesten
onder hen beschouwen de landmeetkunde als iets zeer bijkomstigs,
de waardeering er voor is gering en zij bevroeden niet in het minst,
welke mogelijkheden op velerlei gebied de practische landmeet
kunde in zich bergt.
Nu de opleiding tot landmeter weder in Delft is ondergebracht,
kan wellicht in deze mentaliteit een verandering ten goede komen.
De z.g. particuliere landmeters, die in sommige deelen van het
land hun praktijken uitoefenen, kunnen wij buiten beschouwing
laten; zij verrichten voor privé-personen werkzaamheden tegen laag
tarief, kunnen daardoor concurreeren met het Kadaster, dat de
zelfde diensten zou kunnen verrichten en danken hun bestaan aan
de onkunde van de bevolking, die noch hun bevoegdheid, noch hun
kunnen weet te schatten.
Het door de verschillende diensten en bedrijven verrichte land
meetkundige werk geschiedt meestal zuiver incidenteel, heeft geen
samenhang en wordt niet archivarisch verzorgd. Uit zuiver land
meetkundig oogpunt heeft het meerendeels een geringe waarde.
Door allerlei omstandigheden neemt echter de behoefte aan een
goede kaart en aan goed landmeetkundig werk steeds toe. Het
blijkt steeds meer, dat de Landmeetkundigen van diverse pluimage
tekort schieten: het Kadaster, waaraan uiteraard velerlei gegevens
moeten worden ontleend, kan hoe langer hoe minder te hulp komen,
eensdeels, omdat de kadastrale kaart voor vele doeleinden niet
meer toereikend is, anderdeels, omdat de personeelsbezetting niet
voldoende is.
Is nu het invoeren van wetenschappelijk gevormde particuliere
landmeters, die dan, om hun werk een ruggesteun en een officieel
cachet te geven, toegelaten worden tot samenwerking met het Ka
daster, het middel, om uit de impasse te geraken?
Wij moeten hier scherp onderscheiden de gevolgen van een der-
gelijken maatregel voor het Kadaster en voor de andere overheids
diensten, die tot dusver steeds zich zelf geholpen hebben; tevens
moeten wij beschouwen de toekomstige maatschappelijke positie van
deze nieuwe groep van landmeetkundigen. Wat de behoefte aan
landmeetkundig werk betreft van privé-personen, kunnen we op
merken, dat het Kadaster hieraan steeds ten volle heeft kunnen