Ill
kosten betreft en dit geld evenzeer tegenover privé-personende
part. landmeter komt als ondernemer te staan tegenover zijn op
drachtgever. Alle risico's zullen op den duur moeten worden ver
rekend in de bedongen belooningen; het vrije bedrijf, uitgeoefend
door academisch gevormden, is nimmer goedkoop en er is geen
enkele reden om aan te nemen, dat het met het vrije landmeters-
bedrijf wel het geval zal zijn op den duur.
Tegenover de meerdere „service", die gevestigde landmeetkun
dige bureaux ongetwijfeld brengen, zien wij verder geen enkel voor
deel en alleen maar nadeelen.
Ook voor de overheidsdiensten brengt de part. landmeter geen
uitkomst.
Bezien wij tenslotte de positie van den part. landmeter van het
standpunt van zijn toekomstigen beoefenaar. Na zijn opleiding zelf
bekostigd te hebben, zal hij zich moeten vestigen, c.q. een bureau
moeten overnemen. Hiervoor is noodig een aanvangskapitaaltje.
Hij zal zich voorts niet tevreden kunnen stellen met het verdienen
van alleen maar zijn levensonderhoud; zorg voor ziekte en ouden
dag moeten in rekening worden gebracht. Lage tarieven beteekent
overmatig lange werktijd, lage belooning van ev. hulppersoneel en
het gevaar, dat buiten het landmetersbedrijf moet worden uitge
zien naar andere verdiensten, zooals dit het geval is in België en
Frankrijk. Wil de academisch gevormde landmeter een zekeren
maatschappelijken stand hooghouden, dan biedt dit alles geen hoop
vol perspectief.
Naar onze meening ligt de oplossing van het vraagstuk elders:
de overheidslichamen moeten er toe worden gebracht eigen land
meetkundige diensten in te stellen, te beginnen met het Rijk: Wa
terstaat, Spoorwegen, Defensie; voorts provincies, groote gemeen
ten, waterschappen, enz. Voor kleine gemeenten en waterschappen
zijn organisatievormen eventueel te vinden. De leiding van deze
landmeetkundige diensten behoort aan civiel-landmeters te komen.
Belangrijk is een goedgeschoold lager personeel, (examen Com
missie-Fortuin), welke kwestie ook verschijnt bij het Kadaster.
Regelmatige aanvulling van het corps landmeters en het opleiden
op ruimer schaal van veldassistenten, die op de juiste wijze te
werkgesteld worden, zal ook dit dienstvak de mogelijkheid openen,
zich verder te ontwikkelen.
Zijn de moeilijke tijdsomstandigheden zeker een rem, om de hier