I I 91 —A lii 17 18 122 tegenover elkaar liggende randgedeelten niet met behulp van een microscoop, doch met een zwak vergrootende loupe geschiedt. Door aan een micrometer- schroef te draaien, worden de beeldhelften ten opzichte van el kaar verschoven totdat in het midden van het beeld de bovenste en onderste deelstrepen coïnci- deeren. (Fig. 2.) Op den rand worden de heele graden en op de verdeelde micrometer wordt het kleinste interval van 2' afgelezen en 1ho daarvan geschat. De aflezing van den verticalen rand vindt plaats in een micros coop naast den kijker en geeft positieve, resp. negatieve hellingshoeken. Men leest direct 10' af en schat daarvan i/io. wat dus minuten oplevert. (Fig. 3.1 Met dit instrument kunnen zoowel ge wone horizontale hoekmetingen als ook directe boussolemetingen gedaan worden. CD CD Fig. 2. Fig. 3. iHet afleesprincipe van de instrumenten van Wild vereischt eenige na dere verklaring. Het merkwaardigste is, dat de aflezing zonder indexstreep ge schiedt. Zou men de randen volgens bekende methoden willen aflezen, dan denke men zich in fig. 3 een indexstreep getrokken ongeveer midden tusschen de beide getallen 18 in. Op den bovensten rand leest men dan bijv. 18° 14 en op den ondersten 18°22' af, dus gemiddeld 18° 18'. Men ziet gemakkelijk in, dat die 18' overeenkomen met den afstand tusschen de strepen bij de beide getallen 18, als men een interval niet als 20', maar als 10' beschouwt. Men bepaalt dus zonder indexstreep den afstand tusschen de strepen bij de overeenkomende getallen (op de horizontale randgedeelten zijn 50 en 230= 180 50 overeenkomende getallen). De 10' wordt afgelezen en de 8'geschat. Deze schatting kan door aflezing ver vangen worden op de volgende wijze. Door draaiing van een paar planparallelle glasplaatjes worden de beelden van de randgedeelten zoo ten opzichte van el kaar verschoven, dat de streep bij 18° van het bovenste randgedeelte coïncideert met de streep bij 18°20' van het onderste randgedeelte. De draaiing van de glasplaatjes wordt afgelezen op een trommel, welke af lezing de minuten en c.q. onderdeelen van minuten oplevert. Het is niet noodig vóór de aflezing de micrometertrommel op nul te stellen. Bijzonder gemakkelijk wordt de aflezing als het beeld van de trommel in het vlak van de beelden der randgedeelten gebracht wordt. Op deze wijze ge schiedt de aflezing op den horizontalen rand van het hier beschreven instrument en van de andere Wild-theodolieten. F. H.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 120