128 Tolerantieformules. In vele, men zou haast kunnen zeggen zichzelf op landmeetkun dig gebied respecteerende landen, kent men tolerantieformules. Onze oude H.T.W. geeft ze ook: voor de afwijking van de som van de hoeken bij veelhoeken, voor de sluitfout in de coördinaten, enz. Het recept om dergelijke formules op te stellen, is bekend. Men moet de middelbare waarde van een dergelijke grootheid zoe ken en die met 3 vermenigvuldigen om de gevraagde grens te vin den. Deze handelwijze steunt op de foutentheorie, waar bewezen wordt, dat de waarschijnlijkheid, een metingsuitkomst te vinden, die meer dan 3maal de middelbare fout van het gemiddelde af wijkt, gelijk is aan 0,0026998 (zie bv. Schols-Thijs, 9e druk, blz. 341). Wij willen ons nu eens afvragen, of de tolerantieformule aan haar bestemming voldoet. Allereerst willen wij nagaan, wat er in de practijk geschiedt bij de normale en voor de hand liggende han teering er van. Nietwaar, een meting moet opnieuw worden verricht, als de fout boven de gestelde grens komt van 3 m (m is de middelbare fout). Dit beteekent, dat, indien de fout beneden 3 m blijft, de meting als voldoende wordt beoordeeld. Men kan dus zijn leven lang een fout begaan, die tegen de grens van 3 m aankomt, zonder ,,in overtre ding" te zijn. Het is duidelijk, dat het dan geenszins vaststaat, dat deze waarnemer aan de bedoelingen van den opsteller der toleran tieformule heeft voldaan. Integendeel, de middelbare fout van dit werk zal aanzienlijk hooger dan m geweest zijn. Dat een andere waarnemer, die voldoend nauwkeurig werkt, in één van de 300 ge vallen zijn voldoende meting moet overdoen, is eveneens in strijd met de theorie, doch is, afgezien van het feit, dat een dergelijk consciëntieus waarnemer ongeveer één werkdag per jaar door de tolerantieformule verspeelt, minder erg. De juiste toepassing van een tolerantieformule is nu wel duide lijk. Men moet de grens door 3 deelen, waardoor men de als nor maal gedachte middelbare fout vindt, en nagaan, of men op den langen duur bij zijn metingen een dergelijke middelbare fout bereikt. Het is volkomen strijdig met de theorie, aan de hand van een fou- tengrens, één geval te willen beoordeelen. Prof. J. M. Ti ens tra, buitengewoon hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 126