133 geleden schade door een verkeerd verkavelingsplan met foutieve grootten. De kooper werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij derde was bij de overeen komst tusschen verkooper en landmeter. Had hij echter den verkooper aange sproken, zegt de S., dan had deze op zijn beurt op den landmeter verhaal kun nen nemen. En ook had de kooper zelf op grond van onrechtmatige daad den landmeter kunnen laten boeten voor de gemaakte fouten. Waarop dan volgt een uitspraak naar aanleiding van een klacht over onrechtmatige daad waarbij twee landmeters werden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan den kooper, omdat wegens nalatigheid of onvoldoende professioneele zorgvuldigheid zij de grootte van een perceel van 6.69.20 hadden berekend op 7.47.42, een fout hun des te zwaarder aan te rekenen wijl de kadastrale grootte van het perceel ook juist 6.69.20 was en zij dus blijkbaar niet eens dit verschil hadden opge merkt en door herberekening hun eigen grootte gecontroleerd. De S. concludeert, dat de landmeter verantwoordelijk is voor gemaakte fouten uit gebrek aan zorgvuldigheid niet alleen jegens hem met wien hij de overeen komst aanging, maar ook ten aanzien van derden als deze door die fout schade hebben geleden. Tot slot wordt nog even fel gehekeld de gewoonte der rechters om architecten te benoemen als deskundigen in kwesties waar uitsluitend een landmeter be voegd is. Vermeld wordt een deskundigen-rapport van een architect, die een zeer subtiele kwestie van een afstand tusschen 2 punten had opgelost door met een „touwtje" te meten. In hetzelfde nummer vindt men den volledigen tekst van een voordracht van H. van Hoecke voor het Congres van de Société Beige des Géomètres over de dagelijksche werkzaamheden van den landmeter in België (zie Huish. Org. v. d. Vereen, v. K. en L. No. 80, Aug. 1935). RenéDanger, de Fransche landmeter, schrijft in de 5e afl. over het hech ten van kaarten aan de notarieele akten, een artikel dat zich volkomen aansluit bij wat wij schreven in dit Tijdschrift 1936/59 en volgg. In de laatste aflevering 1935 pleit landmeter Vvoor het duidelijker om schrijven van de bepalingen omtrent servituten in transportakten, waarbij het ook weer nuttig wordt geoordeeld, een duidelijke kaart aan de akte te hechten. Op dit punt blijft ook bij ons nog wel een en ander te wenschen over. Zelden zal men een recht van weg, na eenige vemummeringen nog kunnen aangeven op de kaart en meestal moet men de aanvragers, na een duur en tijdroovend onder zoek heenzenden met de mededeeling, dat over een of ander sinds jaren ver vallen nummer in een oude akte ergens een overweg is gevestigd. Een voldoe ning is het als men kan mededeelen, dat over een strook van x meter langs de y-zijde van het perceel z een recht van weg is gevestigd, maar deze voldoening smaakt men hoogst zelden. Een onderwerp, waarop wij te zijner tijd nog eens willen terugkomen. Merken wij ten slotte nog op, dat Res et Jura op zeer practische wijze wordt uitgegeven. Alle pagina s zijn geperforeerd aan den rug gezet. De tekst is inge deeld in groepen, elk met een eigen doorloopende nummering; elke groep kan men afzonderlijk opbergen in een briefhouder, waartoe elk blad van 2 ponsgaten is voorzien. Ook is het drukwerk zeer verzorgd en is een goede papiersoort gebruikt, zoo-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 131