149
n. REPRESSIEF TOEZICHT OP CULTUURGRENZEN
De heer J o n g e d ij k leidt dit onderwerp in.
Wanneer wij spreken over repressief toezicht op cultuurgrenzen,
dan is het voor ingewijden in de kadastrale wereld wel bekend,
waarover het gaat.
Spr. zal hun niet veel nieuws vertellen en grootendeels moeten
herhalen, wat reeds vroeger is geschreven en gezegd.
Toch meende het Bestuur, dat de zaak van voldoende belang
mag worden geacht, om in deze algemeene vergadering nog eens
besproken te worden.
Als bij overdracht van onroerende goederen nieuwe grenzen van
zakelijk recht ontstaan, worden deze door den landmeetkundigen
dienst van het Kadaster opgemeten en voor de toekomst vastge
legd in die gevallen, waarin gedeelten van kadastrale perceelen
worden overgedragen.
Dit gebeurt echter niet, wanneer geheele kadastrale nummers
van eigenaar veranderen.
In deze gevallen gebeurt het meermalen, dat een kadastrale per
ceelgrens, die slechts een terreinsafscheiding aangaf tusschen twee
perceelen van één eigenaar, door de overdracht verheven wordt tot
eigendomsgrens.
Op de kadastrale kaart is tusschen deze z.g.n. cultuurgrenzen
en de grenzen van zakelijk recht geen verschil te zien.
Zij zijn meestal vroeger met denzelfden graad van nauwkeurig
heid opgemeten en in kaart gebracht.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.
m. Bespreking plaats van bijeenkomst in 1937.
De Voorzitter zegt ter toelichting, dat in de huishoudelijke vergadering een
reglementswijziging is aangenomen; de plaats van de algemeene vergadering
wordt voortaan vastgesteld door het Bestuur, dat echter zooveel mogelijk reke
ning zal houden met de wenschen van de leden.
De heer Stoorvogel zou de vergadering het volgend jaar gaarne te
Eindhoven zien gehouden.
De heer H o r n i x beveelt Breda aan als plaats van bijeenkomst; de heer
P i e t e r s noemt Amsterdam.
Bij de hierna volgende stemming verklaren zich 35 leden voor Eindhoven,
30 voor Amsterdam en 12 voor Breda.
De Voorzitter zegt, dat het Bestuur den uitslag van deze stemming als een
advies zal beschouwen bij de bepaling van de plaats van de vergadering in 1937.