152 nemen, waarin het verrichten van de hiervoor bedoelde opmetingen zou worden voorgeschreven. De Minister heeft hierop bij brief van 15 Mei j.l. aan het Bestuur meegedeeld, „dat hij in beginsel tegenover de door het Bestuur ontwikkelde denkbeelden niet geheel afwijzend staat; alleen in ver band met den bij den landmeetkundigen dienst nog steeds bestaan- den achterstand is echter de verwezenlijking van die denkbeelden zonder uitbreiding van personeel uitgesloten. Uit dien hoofde acht de Minister onder de huidige omstandigheden het verzoek niet voor inwilliging vatbaar." Het is zeer verheugend, dat de Minister tegenover het principe van opmeting van alle nieuwe eigendomsgrenzen, dus ook van cul tuurgrenzen, welke eigendomsgrens worden, niet geheel afwijzend staat. Inderdaad zou invoering van den gevraagden maatregel meer werk geven en Spr. kan zeer goed begrijpen, dat daar onder de huidige omstandigheden niet van kan komen. Spr. hoopt echter, dat deze slechte tijden eens weer plaats zullen mogen maken voor betere. En waar de bepleite maatregel niet geheel wordt afge wezen, mogen wij tevens de hoop koesteren, dat dan het repres sief toezicht op de cultuurgrenzen nog wel eens ingevoerd zal worden. Dan zal, hetgeen Van der Linden van Sprankhuizen noemde: ,,de ergste kanker, die aan het Kadaster knaagt", zijn uitgeroeid! Hoe groot zal de werkvermeerdering zijn, die de invoering van repressief toezicht op de cultuurgrenzen aan den kadastralen dienst zal geven? Is deze werkvermeerdering gering, dan zal invoering eerder kun nen plaats vinden dan bij groote uitbreiding van werkzaamheden. Met medewerking van tal van correspondenten van onze Ver- eeniging, aan wie Spr. daarvoor hartelijk dank zegt, heeft het Be stuur van K. en L. een onderzoek doen instellen naar de grootte van deze werkvermeerdering. Op grond van dit onderzoek is het Bestuur tot de conclusie ge komen, dat deze gering zou zijn, n.l. slechts 5 a 8 Een en ander is in de memorie van toelichting bij het request van April j.l. uit voerig weergegeven. Maar —dit onderzoek is niet volledig geweest en liep slechts over twee maanden. Een meer volledig onderzoek zou Spr. zeer

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 150