160
vloed doen gelden. Deze organisatievorm wordt vrij veel aange
troffen, o.a. bij de Union Géodésique et Géophysique Internatio
nale. Ik denk wel, dat ons deze regeling goed zal bevallen.
Het behoeft geen betoog, welk een voldoening het voor het
Hoofdbestuur was, te bemerken dat er veel belangstelling voor dit
eerste Congres bestond. Wij hopen dat U straks tevreden over
dezen dag zult zijn en mocht het zijn, dat U iets aan te merken hebt,
bedenkt U dan, dat voor ons ook alles nieuw was. Doe ons mede-
deeling van Uw bezwaren, zoo noodig in den vorm van een briefje
na de vergadering, als U hier er geen gelegenheid voor hebt. Wij
moeten in de eerste plaats Uw wenschen kennen en wij zullen
critiek aanvaarden in de overtuiging, dat het U er om te doen is,
ons te willen helpen.
Ik spreek den wensch uit, dat deze dag mag slagen en open dan
de vergadering.
Vervolgens deed de Voorzitter mededeeling dat door de welwillendheid van
den Res. Luitnt. Kolonel der Artillerie den Heer P. Hamelberg ter demonstra
tie stond opgesteld en uitgepakt een autotriangulatiewagen met aanhangwagen
van den Triangulatiedienst.
Deze demonstratie trok tusschen de verschillende vergaderingen groote be
langstelling en werd zeer op prijs gesteld.
Prof. Vening Meinesz vroeg het woord om namens de Rijkscommissie
voor Graadmeting en Waterpassing de gelukwenschen over te brengen met de
oprichting van de Federatie.
De Secretaris bracht het navolgende verslag uit omtrent den toestand van de
Federatie.
Het eerste verslag omtrent den toestand van de Federatie moet uit den aard
der zaak beknopt uitvallen, daar de Federatie eerst op 20 Februari 1936 werd
opgericht en het Hoofdbestuur daarna natuurlijk eerst eenigszins tastend zijn weg
moest zoeken.
Met dit Congres treedt de Federatie feitelijk voor het eerst in de openbaar
heid en de werkzaamheden van Hoofd- en Dagelijksch Bestuur werden voor
een groot gedeelte in beslag genomen door de voorbereiding van het Congres.
Het Hoofdbestuur vergaderde driemaal en in alle vergaderingen bleek een
groote mate van samenwerking en elkaar begrijpen te bestaan.
In de eerste vergadering werd reeds een ontwerp-overeenkomst met de Ver-
eeniging voor Kadaster en Landmeetkunde besproken, om haar tijdschrift als
officieel orgaan van de Federatie te bezigen. Dank zij een groote mate van
medewerking van het Bestuur en den Redacteur van de Verg. voor K. en L.
kon een voorloopige overeenkomst worden gesloten en zoo had de jonge Fede
ratie op deze manier al spoedig de beschikking over een publiciteitsmiddel.
Het Dagelijksch Bestuur ontving opdracht, de oprichting van de Federatie
ter kennis te brengen van verschillende autoriteiten en zoo werden brieven dien-