165
ding van kadasterpunten aan den meetkundigen grondslag der
R. D. wordt aanbevolen.
Het rapport van den Heer Brouwer „Het toepassen van de lem-
niscaat als overgangsboog bij wegen", dat een informatorisch ka
rakter heeft, geeft geen aanleiding tot besprekingen en tot het
formuleeren van een conclusie.
Als het rapport van den Heer Roelofs: „Eenige aanteekeningen
over astronomische waarnemingen" aan de orde komt, deelt de
rapporteur mede, dat hij n.a.v. verkregen inlichtingen genoodzaakt
is, een gedeelte van zijn betoog in te trekken. De door de Directie
der A.V.R.O. schriftelijk verzekerde nauwkeurigheid van 0,1 sec.
in het tijdsein, is blijkens een onderzoek aan de Leidsche Sterren
wacht niet aanwezig; die nauwkeurigheid is van de orde van 0,5
sec., zoodat bij gebreke aan een voortdurende controle en uitgave
van een correctietabel, het Nederlandsche tijdsein voor het ge
stelde doel niet bruikbaar is. Daar men dus aangewezen is op bui-
tenlandsche tijdseinen, is het doelmatiger, de in het rapport be
doelde tabel van declinatie en tijdsvereffening te baseeren op
Greenwichtijd.
De Heer Haasbroek demonstreert vooruitloopende op een
publicatie in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde)
een door hem ontworpen nomogram ter bepaling van het gunstig
ste moment voor waarneming van een bepaalde ster.
De volgende conclusie wordt geformuleerd:
In sommige gevallen zal astronomische azimuthsbepaling voor
gewone geodetische metingen noodig blijken. De Federatie dringe
er op aan, dat van Overheidswege jaarlijks worde uitgegeven een
tabel van zonsdeclinatie en tijdsvereffening, gebaseerd op
Greenwichtijd, en deze tabel op aanvrage ter beschikking worde
gesteld van alle Rijksmeetdiensten.
Voor de mededeelingen van den Heer Hamelberg over het ont
werp H. T. W. blijkt de tijd niet toereikend te zijn. Waar echter
de vergadering groote belangstelling toont, wordt besloten aan het
Hoofdbestuur van de Federatie te verzoeken, deze mededeelingen
in analogen vorm als de congrespublicatie aan de congresdeelnemers
te verstrekken.
Nadat de vergadering tenslotte voor het volgend congres als
voorzitter en rapporteur van de commissie Landmeetkundige Tech-