172
worden opgemeten. Hij kan zich best aansluiten bij het systeem,
dat te Amsterdam wordt toegepast.
De heer Greve vindt, dat behoorlijke afpaling zeer belangrijk
is en dat daarop vooral de nadruk moet worden gelegd. Hij ziet
veel in reclame voor goede grenssteenen; steenen bewijzen vindt
hij belangrijker dan papieren.
De voorzitter kan zich zeer goed met het door den heer D e
W i t gesprokene, wat betreft de strook voor volmacht, vereenigen.
Op grond van de wettelijke bepalingen daaromtrent en hetgeen
hierover door sommige schrijvers werd gepubliceerd, is naar zijn
meening de landmeter als openbaar ambtenaar te beschouwen en
zal hij van sommige handelingen een authentiek stuk kunnen op
maken. Verder merkt hij op, dat tegen het argument van den heer
Van Riessen, dat in een procedure alles wat des landmeters is met
het gewone middel ..ontkennen" zal worden weggewerkt, in zekere
mate thans eveneens zou gelden voor iedere akte, omdat, door de
schrapping van art. 1934 B.W., tegen elk schriftelijk stuk bewijs
door getuigen is toegelaten. De veronderstellingen door den heer
Van Riessen in zijn rapport geuit, kunnen alle juist zijn. Echter
voor een deel geldt dit eveneens voor het proces-verbaal, geregeld
bij het wetsontwerp op de grensregeling. In dit geval zijn de ge
volgen nog funester, omdat partijen door mee te teekenen dit be
krachtigen. En laat de wet op de grensregeling de panacée zijn,
wat spr. bestrijdt, er is een communis opinio, dat wettelijke regeling
niet is te verkrijgen. Het is dan toch geraden aan te sturen op
administratieve voorschriften, welke streng moeten worden nage
leefd. om verbetering te krijgen. Mogelijk is op deze manier een
deugdelijk vermoeden, zij het dan feitelijk, van het veldwerk met
zijn verklaringen te maken (art. 1959 B.W.).
Wat te Amsterdam geschiedt kan zeker een feitelijk vermoeden
opleveren. Met de clausule door den heer Jongedijk voorgesteld
de z.g. kadasterclausule, is ook iets te bereiken. Met den heer
Greve is spreker het eens, dat goede grenssteenen zeer belangrijk
zijn. doch voldoende zijn ze niet; het bewijs omtrent de plaats dier
grenssteenen ontbreekt.
De aanwezigen kunnen zich vereenigen met het voorstel van den
voorzitter, dat aan de plenaire zitting wordt voorgesteld de vol
gende conclusie:
In de grensprocedure neemt het Kadaster niet de plaats in, die