173
het toekomt. Hierdoor worden vele gegevens, welke zouden kunnen
worden gebruikt, niet benut. Dit is mede het gevolg van de ge
brekkige aanwijzing van de grenzen door belanghebbenden.
Hierin kan verandering worden gebracht door deze aanwijzing
en de vastlegging daarvan meer uitvoerig in de I.K. te regelen.
Het congres drage op aan een kleine commissie, op korten ter
mijn, ter zake voorschriften op te stellen.
De Voorzitter stelt voor bij een volgend congres deze commissie
weder te doen vergaderen. Verder stelt hij voor den naam van
deze commissie, overeenkomstig de rubriek in het Tijdschrift, te
veranderen in Recht en Administratie.
Beide voorstellen worden aangenomen en zullen derhalve worden
ingediend.
Als voorzitter en rapporteur voor het volgende congres zullen
worden voorgesteld de heeren W. van Riessen en W. A. van der
Werff.
4e COMMISSIE: MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIE
EN WERKKRING.
Na de opening stelt de voorzitter, de heer W. Smit Jr. voor,
aan het Hoofdbestuur in overweging te geven, voor het volgende
jaar in te stellen de Commissie
Gemeentelijke landmeetkundige diensten".
Als voorzitter wordt voorgesteld de Heer A. ten Have en als rap
porteur de Heer G. F. Witt.
Alvorens tot behandeling van de ingekomen rapporten over te
gaan, merkt de voorzitter op, dat het geen zin zal hebben, de al
of niet wenschelijkheid van invoering van het instituut particulier
landmeter te gaan bespreken, zooals de Heer Glerum in zijn rap
port meent te moeten doen, aangezien vaststaat dat dit door de
Regeering zal worden doorgezet: voorts is een pleidooi voor land
meters in Overheidsdiensten overbodig, aangezien wel niemand
het nut hiervan zal willen bestrijden.
De eerste spreker, de Heer Glerum, meent juist, omdat het
nog niet ingevoerd is, redenen te hebben zich ten stelligste uit te
spreken tegen invoering van het instituut particulier-landmeter.
Volgens spreker is dit streven te kunstmatig. Er waren op een
zeker moment een aantal afgestudeerden zonder betrekking. Dezen