176 men in Duitschland deze proef stopgezet beeft. Prof. Schermerhorn weet mede te deelen, dat dit inmid dels ook weer veranderd is. Verder vindt de Heer G 1 e r u m dat we in Nederland aan een zekere traditie gebonden zijn. Prof. Schermerhorn zegt dan, dat deze wijziging niet alleen een crisisverschijnsel is. Was niet de opleiding te Wagenin- gen een uitzondering vergeleken bij andere studierichtingen? Ieder kwam bij het Rijk. Dat was traditie. Nu is de situatie precies gelijk met alle andere richtingen. De voorzitter voegt er vervolgens nog aan toe, dat het idee 10 jaar geleden ook reeds voorgesteld werd. Concludeerend komt hij dan tot het volgende. Van de in het eene rapport opgesomde punten zijn eenige toekomstmuziek; er zijn echter twee punten, die positief zijn en voor verwezenlijking in aan merking komen. De Heer Van der Molen voert aan, dat de part. landmeter werkelijk concurrentie heeft van het Kadaster. Immers de gegevens voor rectificatieacten worden gratis verstrekt. Waarom zou nog één notaris zijn best doen om het goed te doen? De Heer Scheffer verwijst vervolgens, naar aanleiding van de opmerking „toekomstmuziek" op een nieuw K. B. in België, waarbij bepaald is, dat landmeetkundige werkzaamheden alleen door particuliere landmeters met een bepaald diploma uitgevoerd mogen worden. Zou zoo iets in Nederland ook niet mogelijk zijn? Noodig is het zeker en is het dan ook niet te bereiken? De Heer De Korver merkt op, dat in jeugdige overmoedigheid de redactie van het rapport misschien wat te scherp gesteld is. Ook den Heer O. J. Jonas komt het voor, dat de uitspraak „geen P.W. door het Kadaster" te sterk is, dit zou dan allemaal gebeuren door den part. landmeter, terwijl de gewenschte correctie mogelijkheid, door eventueel teruggrijpen op het Kadaster, ver vallen zou. Er ontspruit zich vervolgens een discussie over den vorm van de twee hiervoor genoemde wenschen, waarbij de Heer De Korver o.a. opmerkt, dat het Kadaster een ophooping van onafgewerkte metingen kan krijgen. En aangezien aan de mogelijkheid gedacht wordt, later eventueel werkzaamheden aan een part. landmeter op te dragen, acht hij het ook wenschelijk, den part. landmeter de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 174