178 geodesie, dus ook van de meer gewone landmeetkunde. Het be handelt de onderwerpen, die de oergrondslag van geheel ons vak betreffen. Ik wil dan ook hier verklaren, dat indien het ons gegeven zou mogen zijn, aan dit werk iets bij te dragen, dat dan uit den aard der zaak een zeer geringe bijdrage zal zijn, wij dit zeer zouden toejuichen. Wanneer dit mogelijk is, zijt gij de beste schakel om een contact, zoo dit gewenscht is, tot stand te brengen. Wij bevelen ons, wat dit punt betreft, in Uw gewaardeerde belangstelling aan. WAT DE REIS VAN Hr. Ms. K XVIII VOOR DEN VORM VAN DE GEOIDE OPLEVERDE. Het centrale probleem van de sferische geodesie is de vormbe paling van de geoïde, d.w.z. van het waterpasvlak op zeeniveau, dat om de geheele aarde heen een gesloten oppervlak vormt. Zoodra men geodetische metingen uitvoert over een zoo groot gebied, dat men het waterpasvlak niet meer als een plat vlak kan beschouwen, komt men met dit probleem in aanraking. Het kan op twee manie ren aangevat worden: van den meetkundig astronomischen kant door het uitvoeren van graadmetingen, waarbij men langs astrono mischen weg de richting in de ruimte bepaalt van het schietlood in punten van het aardoppervlak, waarvan de onderlinge ligging door driehoeksmeting gevonden is; en van den physischen kant door het uitvoeren van zwaartekrachtswaarnemingen. Dat deze metingen tot een vormbepaling van de geoïde kunnen leiden, be hoeft niet te verwonderen als men er zich rekenschap van geeft, dat uit de bovenstaande definitie van de geoïde volgt, dat zij overal loodrecht staat op de richting van de zwaartekracht; het is dus een vlak, dat nauw met het aantrekkingsveld van de zwaartekracht ver bonden is. Aan Stokes, een Engelsch mathematicus uit de vorige eeuw, is het gelukt dit verband in een formule uit te drukken. De formule van Stokes geeft een verband tusschen den afstand van de geoïde tot de referentie-ellipsoïde op eenig punt aan het aardoppervlak en de zwaartekrachtsanomalieën over het geheele aardoppervlak. Zooals bekend mag verondersteld worden, is de referentie-ellipsoïde een omwentelingsellipsoïde, waarvan de assen zoo gekozen zijn, dat deze ellipsoïde zoo goed mogelijk de geoïde Prof. Vening Meinesz nam vervolgens het woord voor zijn rede, waarvan wij hier een exposé laten volgen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 176