179
benadert; op het congres der Intern. Geodetische en Geophysische
Unie te Madrid in 1923 is voor den straal van den equator
6.378.388 m aangenomen en voor de afplatting 1/297. Kent men
overal den afstand van de geoïde tot deze referentie-ellipsoïde, dan
is daarmede de geoïde geheel bekend. De in de formule van Stokes
voorkomende zwaartekrachtsanomalieën zijn de verschillen van de
op zeeniveau gereduceerde waarden van de waargenomen zwaarte
kracht met de normaalwaarde van de zwaartekracht, zooals die door
de formule van Cassinis gegeven wordt; deze formule is zoo ge
kozen, dat zij de waarde van de zwaartekracht geeft, die gevonden
zou worden als de geoïde overal met de referentie-ellipsoïde sa
menviel.
Uit de formule van Stokes blijkt, dat men haar pas zal kunnen
toepassen, als men de zwaartekracht over het geheele aardopper
vlak zal gemeten hebben, doch in de practijk valt dit mede. De
vorm van de geoïde in een bepaald deel van de aarde hangt in
hoofdzaak af van de zwaartekracht in dat gedeelte en in de strook
daaromheen; de anomalieën in verder verwijderde deelen van het
aardoppervlak hebben slechts geringen invloed. Zoo kan men wel
reeds een begin maken met de toepassing van deze formule, al zal
men later, als de gravimetrische opmeting van het aardoppervlak
voortschrijdt, de berekeningen moeten corrigeeren.
De groote zwaartekrachtsexpedities met de Nederlandsche duik-
booten hebben belangrijk materiaal opgeleverd voor het probleem
van den algemeenen vorm van de geoïde. Uit de graadmetingen
in Europa en Amerika waren afwijkingen van den omwentelings-
vorm voor den dag gekomen, die er op schenen te wijzen, dat de
doorsneden loodrecht op de wentelingsas, d.w.z. de equator en de
parallellen, geen cirkels zouden zijn, doch ellipsen met klein assen-
verschil, m.a.w. dat de aarde ook in het equatorvlak nog een ge
ringe afplatting zou vertoonen; dit was de interpretatie der afwij
kingen, die vrij algemeen in geodetische kringen aangenomen werd.
Het zwaartekrachtsmateriaal, dat met de reizen van Hr. Ms. K
II langs den gewonen weg naar Indië en van Hr. Ms. K XIII via
Panama naar Indië verkregen werd, vormde een doorloopenden
ring van gegevens om de aarde en wierp zoodoende nieuw licht
op dit probleem. Was er afplatting, dan moesten in de gebieden,
waar de lange assen van de ellips uitkomen, positieve anomalieën
gevonden worden, d.w.z. een teveel aan zwaartekracht, en in de