184
tot de gemeente Heesch in Noordbrabant behoorde. De bodem bestond voor het
grootste gedeelte uit waardevollen broekgrond, humusrijken zandgrond en
moerasveen. Hij werd, voorzoover de onvoldoende ontwatering dit toeliet, als
wild grasland geëxploiteerd. De slechte toestand van de Groote Wetering ver
oorzaakte meermalen per jaar een overstrooming, zoodat het hooi dikwijls niet
kon worden geoogst. De grond was gemiddeld nog geen 100 per ha waard.
De acte van ruilverkaveling werd in den herfst van het jaar 1929 verleden.
De kosten waren opgeloopen tot 129 per ha. Daarna echter brachten ver
schillende perceelen bij verkoop niet minder dan 600 per ha op.
In 1925 werd de ruilverkaveling onder de gemeente Nieuwleusen ter hand
genomen. Het te verkavelen gebied besloeg ongeveer 1200 ha. De gronden wer
den ten gevolge van de zeer ongunstige perceelsindeeling, het ontbreken van
wegen en het gemis van een goede regeling van den waterafvoer vrijwel zonder
uitzondering als hooiland gebruikt. Bemesting werd algemeen achterwege ge
laten, terwijl de natuurlijke graszode slechts hooi van minderwaardige gras
soorten leverde. De opbrengsten waren dientengevolge soms zóó gering, dat zij
de grondbelasting niet konden dekken. Deze toestand werd door de, in 1927
tot stand gekomen, ruilverkaveling belangrijk verbeterd. Niet minder dan 50
nieuwe landbouwbedrijven konden in het ruilverkavelingsgebied worden ge
sticht, terwijl zoo goed als alle gronden in een goeden cultuurtoestand werden
gebracht.
Een zekere vermaardheid heeft de ruilverkaveling te Staphorst gekregen. Zij
omvat niet minder dan 1820 ha, het grootste gebied, waarop de wet tot nu toe
werd toegepast. De nieuwe Rijksweg door de gemeente Staphorst kon geheel
op uit het ruilverkavelingsgebied afgezonderden grond worden aangelegd. Hier
tegenover betaalt het Rijk de kosten van de ruilverkaveling. Voorkomen worden
hierdoor de zoogenaamde schadesnijdingen, mitsgaders de kosten en den overlast
van onteigeningsprocessen. Bovendien worden de belanghebbenden op meer doel
treffende wijze voor het verlies van een gedeelte van hun grond schadeloos ge
steld dan zonder ruilverkaveling mogelijk zou zijn geweest.
Getuigd mag wel worden, dat de ruilverkaveling den landbouw ten zegen
heeft gestrekt. Het instituut heeft dan ook allerwegen belangstelling en waar
deering ontmoet, in het bijzonder in de kringen van den georganiseerden land
bouw. Hier moge volgen een statistiek van het aantal aanvragen tot ruilver
kaveling, sedert het in werking treden der wet ingediend, het aantal hectaren,
hetwelk zij omvatten, en het lot, hetwelk haar was beschoren.
aangevraagd 36 met een oppervlakte van 11 821 ha;
verworpen 11 2 478 ha;
onbeslist 4
aangenomen 21
uitgevoerd 17
in uitvoering 4
687 ha;
8 676 ha;
6 458 ha;
2 218 ha.
Uiteraard heeft de practijk van de uitvoering der Ruilverkavelingswet eenige
leemten aan het licht gebracht, waarvan hier een drietal voorbeelden mogen
volgen. Het belang, hetwelk openbare lichamen bij een ruilverkaveling, en de
belangstelling, welke landbouwvereenigingen voor het instituut koesteren, deed
de behoefte gevoelen aan een bepaling, krachtens welke ook deze rechtsper-