194
De drie aangegeven manieren zijn slechts administratief; er is echter een feite
lijke fout gemaakt.
Niemand zal zich tot tegenspraak gedrongen voelen, wanneer geschreven
wordt, dat de foutenvereffening volgens de methode der kleinste kwadraten een
van die onderdeden vormt van de wiskunde, die voor den landmeter van het
meeste belang zijn. Die meening bleek ook vijftig jaar geleden te bestaan, want
direct werd van de publicatiemogelijkheid in het Tijdschrift voor K. en L. ge
bruik gemaakt om toepassingen van deze methode van foutenvereffening onder
de aandacht van de lezers te brengen.
In de eerste aflevering van den eersten jaargang heeft Boer het belang van
de methode beschreven, verbonden met een toepassing van de Pruisische voor
schriften voor driehoeksmeting van lager orde op de door hem uitgevoerde
meting van Lauwerecht.
Zeer jammer is voor hem die zich in het verleden wil verdiepen, dat het Tijd
schrift niet oud genoeg is om in de eerste jaargangen een beschrijving te be
vatten van de methode der kleinste kwadraten, als van iets geheel nieuws op
landmeetkundig gebied, waarvan het voor en het tegen wordt overwogen en die
dan zoo n aardigen kijk zou geven op het oordeel over dat nieuwe in dien tijd,
van het standpunt uit, waarop we nu staan.
De methode der kleinste kwadraten was reeds in 1794 door K. F. Gauss
gevonden en in 1809 door hem gepubliceerd, en gebruikt om tabellen op te stel
len voor de planeet Ceres. Omstreeks 1826 werd de methode door hem gebruikt
voor een geodetische berekening (Zie Jordan).
In 1843 verschijnt dan van de hand van Ch. L. Gerling een leerboek over
de vereffeningsmethode voor landmeters, opgedragen aan Gauss: Die Aus-
gleichungs-Rechnungen der practischen Geometrie.
Dit boek opende de mogelijkheid, de theorie te bestudeeren voor hen, voor
wie de oorspronkelijke werken, die in het Latijn geschreven waren, bezwaren
opleverden. Men heeft ook in ons land dit boek dankbaar aanvaard.
In het Archief voor het Kadaster, het kostelijke werk van O. G1 e u n s, van
1874, wordt ook de methode der kleinste kwadraten besproken en het boek van
Gerling aanbevolen, dus nog veertig jaren na de uitgave.
Een Kadasterman heeft gezegd: „Landmeten is fouten maken", en zoo behoort
zeker ook het foutenvereffenen tot de taak van den landmeter.
Door velen in den lande was gevraagd om een goede handleiding om de aan
komende landmeters de hoofdzaken van de methode duidelijk te maken, maar in
onze taal bestond niets van dien aard. Er werd wel een beroep op Prof. S c h o 1 s
gedaan om met een oorspronkelijk produkt den Nederlandschen landmeters van
dienst te zijn, doch aan dezen wensch is door S c h o 1 s niet voldaan. Eerst in
latere drukken werd door den bewerker T h ij s de methode der kleinste kwadra
ten als Aanhangsel opgenomen.
(Wordt vervolgd.) V. d. W.