25
selinge dood deze bijeenkomst overschaduwde. Aan den koning der Belgen werd
een telegram van deelneming gezonden.
De notulen van de vergadering van 18 Juli 1934 te Londen werden goed
gekeurd.
Daar elke vereeniging in de Federatie slechts over één stem beschikt, werden
de namen der stemgerechtigde afgevaardigden opgenomen en twee aanwezigen
werden aangewezen voor het nazien der rekeningen.
De afgevaardigden werden in de gelegenheid gesteld mededeelingen te doen
over de landmeetkundige toestanden en over de wetgeving en administratie in
hun land. Hieruit zij aangestipt, dat in Engeland de „Chartered Surveyors' Insti
tution in April 1935 de regeering van advies heeft gediend in zake de herziening
van de officieele topografische kaarten. De bijhouding hiervan is zeer ten achter
en de schalen zijn, vooral voor streken die na den oorlog sterk bebouwd zijn
geworden, te klein. Thans is een hooger bedrag dan voorheen op de staatsbegroo-
ting voor de bijhouding en vernieuwing uitgetrokken; ten deele zal de vernieu
wing langs fotogrammetrischen weg geschieden. Ook werden mededeelingen ge
daan over het tot stand komen van de Engelsche „Woningwet 1935", die maat
regelen bevat om te komen tot opruiming van krotwoningen binnen 5 jaar, en
van de Engelsche wet tegen lintbebouwing (Restriction of Ribbon Development
Act. 1935).
Denemarken had schriftelijk een voorstel ingediend om het aantal onderwerpen,
dat op een toekomstig congres zou worden behandeld, te beperken, om aldus meer
aandacht te kunnen schenken aan de uitgekozen onderwerpen. Op het congres
van Londen was vooral de commissie I („de landmeter en de grondeigendom
overladen met rapporten van uiteenloopenden aard; ten aanzien van deze com
missie beoogde het Deensche voorstel inkrimping tot „stedebouw" en „wegen
aanleg". Van Fransche zijde werd voorgesteld het aantal werkcommissies op een
congres te verminderen. Door een Zwitsersch afgevaardigde werd dit onder
steund, onder bijvoeging, dat „kadastrale metingen" en „organisatie van het
landmetersberoep" onderwerpen waren, welke voor bespreking in commissies
dan het eerst in aanmerking kwamen.
Over het aantal commissies op een congres werd geen uitspraak gedaan. Van
belang is, dat bij deze discussie door het Permanent Comité (P. C.) werd vast
gesteld, dat in de toekomst aan de voorbereiding van het werkprogramma van
een congres meer zorg moet worden besteed. Om dit besluit te verwezenlijken
heeft het dagelijksch Bestuur van de Federatie (het Centraal Comité) de aan
gesloten vereenigingen verzocht, reeds thans punten, geschikt voor bespreking
op het congres van 1938, kenbaar te willen maken, in de hoop zoodoende tijdig
een programma te kunnen vaststellen en behoorlijk te kunnen voorbereiden.
Ook werd bij deze besprekingen ontevredenheid geuit over het feit, dat niet
alle rapporten, welke vóór het congres van Londen waren ingezonden, in het
officieele verslag van dat congres waren afgedrukt. Volgens het dagelijksch Be
stuur was zulks wegens den financieelen kant der zaak niet mogelijk geweest, al
werd het ook zeer betreurd, omdat uitwisseling van wetenschappelijke resultaten
een eerste oogmerk der Federatie moet zijn.
Van Nederlandsche zijde waren ingediend en niet gedrukt een samenvattend