27
jaarvergadering 1935 van de Hoofdafdeeling
Ruilverkaveling der Nederlandsche Heidemaatschappij.
De commissie voor een meertalige landmeetkundige woordenlijst onderging
wijziging in haar samenstelling. Een ter vergadering aanwezige Engelsche bij
drage voor dat doel vond slechts matige instemming, omdat zij betrof een lijst van
woorden uit den werkkring van den quantity-surveyor, met slechts weinig termen
uit de landmeetkundige techniek.
Een der beide afgevaardigden uit Joegoslavië bracht namens zijn vereeniging
de uitnoodiging over aan het P. C. om in 1936 de jaarlijksche bijeenkomst in
Belgrado te houden. Besloten werd deze uitnoodiging te aanvaarden. In 1937
zal het P. C. waarschijnlijk in Parijs vergaderen; hiertoe is ook reeds een uit
noodiging gedaan. En het jaar daarna, in 1938, zal waarschijnlijk een interna
tionaal landmetersconpres plaats vinden te Rome; de afgevaardigde van Italië
heeft daartoe het voorstel gedaan, onder voorbehoud van het verkrijgen van de
medewerking der Italiaansche regeering.
Uit dit beknopte overzicht moge blijken, hoe het P. C. in de tegenwoordige
periode, het moeilijke internationale werk voortzet en de Federatie in goede
banen tracht te leiden.
J. M. H. HEINES.
Op 20 December 1935 werd te Arnhem de 15de Algemeene Vergadering van
de Hoofdafdeeling Ruilverkaveling gehouden.
Reeds uit het feit, dat zij werd uitgeschreven op een zoo ongewoon laten
datum, bleek, dat er zich op het gebied van de ruilverkaveling bijzondere feiten
hadden voorgedaan en met meer dan gewone belangstelling werd deze ver
gadering dan ook tegemoet gezien.
De openingsrede van den Voorzitter, Mr. J. F. Baron van Haersolte, gaf
omtrent een en ander opheldering, want nadat hij den Heer Ir. F. P. M e s u,
directeur van den Cultuurtechnischen Dienst te Utrecht, had begroet als ver
tegenwoordiger van den Minister van Landbouw en Visscherij en van den Di
recteur-Generaal van den Landbouw, wijdde hij eenige beschouwingen aan de
verdwijning van de vroegere Centrale Commissie voor Ruilverkaveling, aan het
instellen van de Cultuurtechnische Adviescommissie en de gevolgen hiervan voor
de Hoofdafdeeling Ruilverkaveling.
Gelukkig kon hij memoreeren dat de toestand, welke vooreerst zeer somber
scheen, weldra was opgeklaard, doordat de Minister van Landbouw en Visscherij
duidelijk te kennen gaf op samenwerking met de Hoofdafdeeling bij voortduring
grooten prijs te blijven stellen.
De Hoofdafdeeling, wier werkzaamheden een ideëelen ondergrond hebben, was
natuurlijk gaarne bereid deze samenwerking toe te zeggen, welke toezegging zoo
wel door den Minister als door de nieuwe Centrale Commissie voor Ruilver
kaveling (gevormd uit de Centrale Cultuurtechnische Adviescommissie) dank
baar aanvaard werd.