40 Sterren in de nabijheid van de pool zijn heel gunstig gelegen. Het gunstigste geval zullen we echter niet kunnen bereiken, omdat we gebonden zijn aan een h 45°. Als we de zon willen gebruiken voor onze waarnemingen, moeten we deze doen als de zon in het Oosten of in het Westen staat, of wat nog beter is, wanneer de uurhoek 90° is. Berekenen we eens voor een bepaald geval den factor van A t. We nemen bijv. A 90°. 5 23°27' en cp 52°. sin cp cos t tg S cos w Uit cot A -r volgt dan: sin t sin cp cos t tg S cos <p cos t tg 5 cot cp t 7CT Den sinusregel kunnen we gebruiken om de hoogte te vinden sin t sin A 1 -«o r - - cos h cos d sin t h 30 cos h COS d COS d De factor van A t luidt cos a c°sP cos h Volgens Napier is in den rechthoekigen boldriehoek: cos P cot (90 5) tg (90 h) cos P tg cot h cos S cos P sin S „0, zoodat wat in dit geval wordt 0,/ob. cos h sin h Bij afnemende declinatie verandert de factor niet, omdat de hoogte eveneens kleiner wordt. Nog iets gunstiger wordt het geval bij een uurhoek van 90°, de factor van A t daalt dan bij grootste declinatie tot 0,733. Heel veel verschil geeft dit dus niet. Indien we het verschil tusschen plaatselijken, waren zonnetijd en A. M. T. (lengteverschil en tijdsvereffeningbuiten beschouwing laten, is de geschiktste tijd voor de waarneming 6 uur of 18 uur (zomertijd 7 uur en 19 uur). Indien we de tweede methode volgen en dus gebruik maken van de formule: sin <5 sin cp sin h cos A cos cp cos h vinden we door differentieering naar <5, <p en h

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 40