52 2. Verslag van de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing over 1934. aanvulling met de moderne betere methoden vatbaar, dat dit onderwerp beter niet behandeld ware. Toch moge men uit mijn opmerkingen niet besluiten, dat dit uitmuntend ver zorgde boekje niet een goed vademecum zoude zijn voor iemand die eens iets meer van het kaarteeringsvak wil weten; daarvoor kunnen wij het boekje met gerust hart aanbevelen. v. F. D. Prof. Dr. R. Finsterwalder. Alpenvereinskartographie. 81 blz., 17 X 25 cm, gee. RM. 4.(-25 Verlag Herbert Wichmann, Ber lin, 1935. Een zeer interessant boekje, dat alles geeft wat de zeer bekende naam van den schrijver belooft. Een boekje, dat zoowel voor ingewijden als voor leeken alle aandacht verdient. Al is de hierin vervatte vorm van fotogrammetrie,. n.l. de terrestrische, voor ons land van vrijwel geen belang en al komt in Nederland een dergelijke landvorm niet voor, niettemin verdient deze methode alle aan dacht. Men kan slechts diepen eerbied hebben voor de geweldige arbeidspresta ties, die uit dit boekje spreken. Het is bepaald typisch hoe ook uit dit boekje blijkt, dat men over dezelfde moeilijkheden valt als bij ons (beschrijving van de kaart, voorstellingswijze van hoogte terrein). Ieder die zelf met kartografie te maken heeft en ieder die belangstelt in fotogrammetrie in het algemeen, zij dit boekje warm aanbevolen. v. F. D. J. Rüfenacht. Tafeln über Kreissegmentflachen. VIII 99 blz., 15 X 23 cm, geb. Fr. 6.Verlag von Stampfli Cie., Bern, 1936. Bij cirkelvormig gebogen rooilijnen, die in uitbreidingsplannen plegen voor te komen, moet voor de berekening van de grootten der perceelen, vaak de opper vlakte van een segment bepaald worden uit koorde en straal (de laatste c.q. uit de pijl te bepalen). De samensteller van bovengenoemde tafel, Vermessungs- techniker in dienst van de stad Bern, heeft daarin de oppervlakten van ca. 50.000 segmenten verzameld, uitgaande van de stralen van 1 tot 2000 m en de in de practijk daarbij voorkomende koordelengten. De intervallen, zoowel van stralen, als van koorden, zijn daarbij zoo klein genomen, dat de interpolatiefout steeds beneden 0,02 ca blijft. De oppervlakten worden opgegeven tot in hon derdsten van ca. Op elk landmeetkundig bureau zal deze fraai gedrukte tafel, waarvan de dienst van Gemeentewerken van de stad Bern de uitgave mogelijk heeft gemaakt, goede diensten kunnen bewijzen. F. H. Aan dit verslag ontleenen wij het volgende: Commissie. In den loop van het jaar ontvielen door overlijden de leden Ir. J. W. Dieperink en Dr. W. de Sitter aan de Commissie. Bij het eindigen van het jaar verkreeg het ambtshalve lid, de chef der afdeeling Hydro grafie van het Departement van Defensie, kapitein ter zee J. L. H. L u y m e s,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 52