60
le. de contradictoire delimitatie, met inschrijving dezer in de kadastrale plans
en leggers,
2e. een Grondboek als in Zwitserland (het maken van het onroerend goed
tot een soort juridische persoonlijkheid, waarvan de evolutie gevolgd wordt als
een burgerlijke stand).
Het eerste zal een ingewikkeld vraagstuk zijn, veel processen opleveren, veel
tijd en geld kosten en alleen maar het doel voor de eigendomsgrenzen bereiken
en niet voor alle perceelgrenzen.
Beter lijkt daarom de oplossing van de Belgische Landmetersvereenigingen,
om bij elke notarieele akte een „nauwkeurig gequoteerd plan" te voegen, met
aanduiding der kadastrale ligging, de onbetwistbare scheidingslijnen en hun na
tuur, desnoods tegengeteekend door de belendende eigenaren, enz.
De landmeters zouden minuut moeten houden van deze teekeningen en voor
echt verklaarde kopieën aan het Kadaster moeten afgeven.
Deze afgifte zou dan, evenals registratie en overschrijving van de notarieele
akte, verplicht moeten zijn om een goeden titel te vormen.
Deze oplossing zou zonder groote kosten voor den Staat, op den duur eener
generatie, een Kadaster leveren, gesteund op titels en aldus het juridiek karakter
verkrijgen.
Ondertusschen zouden de eigenaars moeten worden aangespoord tot zichtbare
afpaling van hun eigendommen, waarbij dan de Staat zou moeten voorgaan om
het voorbeeld te geven.
Mede door de vriendelijke bemiddeling van den bekenden Belgischen Ge
zworen Landmeter H. van Hoecke waren wij in staat het bovenbedoelde
artikel te bestudeeren (Het Tijdschrift ontvangen wij bovendien geregeld voor
de Bibliotheek). In een uitvoerig schrijven lichtte deze ons verder nog in over
het Belgische Kadaster en de notarieele praktijk aldaar.
De Belgische Notariswet bevat niet als de onze een verplichting voor de
notarissen om in hun akten betreffende onroerend goed, dit aan te duiden met
de kadastrale kenmerken.
Hoewel in België de overschrijving geen onderdeel van de rechtshandeling
uitmaakt als bij ons, maar de overdracht is tot stand gekomen als de overeen
komst is gesloten en de kooper in het genot is getreden, wordt toch een akte
opgemaakt, geregistreerd en overgeschreven. Hieruit worden de gegevens geput,
waardoor bewaarder en landmeter hun kadastrale leggers en plans kunnen bij
houden. De landmeters volgen, evenals bij ons, alle terreins verandering en door
koop, aanleg wegen, vaarten, enz. en door stichting of afbraak van gebouwen.
Daar ze echter ook met de schatting zijn belast voor de Grondbelasting en na den
oorlog met een algeheele herziening hiervan, schijnt de bijhouding der plans de
laatste jaren hopeloos ten achter te zijn geraakt.
Toch worden in de akten de kadastrale gegevens gebruikt, hoewel meestal
met de bijvoeging, dat ze alleen ter inlichting worden verstrekt, zonder dat de
notaris er voor verantwoordelijk wil zijn.
Ook in België voelt men zeer sterk de moeilijkheden van de cultuurperceelen,
omdat deze zoo dikwijls afwijken van het werkelijk verkochte.
Het is mij echter niet gebleken, of bij de ambtshalve metingen door de land-