64 zorgen ambtenaren werden. De functie van het Kadaster ten aanzien van de zakelijke rechten en zijn beteekenis voor de rechtszekerheid der grenzen maak ten het noodig, dat reeds in 1832 de verordeningen spraken van werkzaamheden voor particulieren op hun kosten. De baten van deze werkzaamheden kwamen ten voordeele van de ambtenaren. Sinds 1900 echter is de opbrengst voor den Staat en de soort der werkzaamheden is beperkt tot die, waarbij de kadastrale dienst belang heeft. Zeer zeker is het ambtelijke karakter van de functie van landmeter dan ook nadeelig geweest voor de verbreeding van het terrein van de landmeetkunde, omdat daardoor slechts die landmeetkundige behoeften van het maatschappelijk leven bevredigd werden, welke vereenigbaar waren met de eischen van den dienst. De andere omstandigheid de specialisatie der werkzaamheden heeft ten gevolge gehad, dat de landmeters steeds gestreefd hebben naar verbeterde in richting van hun dienstvak; de wetenschappelijke opleiding, die zij thans ge nieten, is daar ook het gevolg van geweest. Op landmeetkundig gebied zijn zij met hun tijd meegegaan, waardoor eenerzijds andere groepen landmeetkundigen (ingenieurs, opzichters) achter gebleven zijn, terwijl anderzijds het Kadaster zoo danig werd bijgehouden, dat ook bij onze bestaande wetgeving een bevredigende mate van rechtszekerheid werd verkregen. Daarvan maakt de Regeering gebruik bij het invoeren van andere wettelijke maatregelen, o.a. op agrarisch gebied bij de Wet op de Ruilverkaveling, op sociaal gebied bij de Woningwet. De ver sterkte positie maakt echter, dat alle landmeetkundigen aangewezen zijn op het kadastrale archief, zoodra zij te maken krijgen met eigendomsgrenzen. Spr. zette daarna uiteen, dat reeds jaren geleden aan de landmeters van het Kadaster, samenwerking met andere overheidsdiensten voorgeschreven werd, maar dat die voorschriften een doode letter bleven, omdat het noodzakelijk ver- eischte voor elke samenwerking, voldoende vakbekwaamheid, bij de ambtenaren der andere diensten ontbrak. Met uitzondering slechts van de gemeente Amster dam, maar daaruit groeide dan ook de hermeting van het heele grondgebied der gemeente. Het is de verdienste, aldus spr., van prof. Schermerhor n, dat hij den Meetkundige Dienst van den Rijkswaterstaat zoodanig heeft georganiseerd, dat het voorschrift der samenwerking niet langer een doode letter bleef. Intusschen heeft zulks niet belet, dat op dien dienst critiek is en wordt uitgeoefend, maar zij die daarop den nadruk leggen, moeten niet vergeten, dat de ontwerper een or ganisatie moest opbouwen, waarvoor niets aanwezig was: geen archief, geen beproefde werkmethoden, geen deskundig personeel. De periode der kinderziekten moest dus nog doorgemaakt worden. Spr. zou diezelfden de vraag willen stellen, of zij er gerust op zijn, als van de andere zijde, waar men thans al onze archieven onder de oogen krijgt, ons het beeld van ons technisch kunnen voor oogen gehou den wordt, dat er zelfs heden ten dage ook bij den kadastralen dienst, geen zwakke plekken voorkomen? Ook het instituut van particulier landmeter is nieuw. Spr. hoopte, dat hierbij geen critiek, maar vruchtdragende samenwerking voorop zal staan. Daarna werd uiteengezet, hoe de aanvankelijke samenwerking verder uit groeide en hoe de bekende omstandigheden de vraag deden ontstaan, of ook met

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 64