6 dinaten te komen, waarvan dan bovendien de laatste centimeter van geen wezenlijke beteekenis is, weinig fraai. Grafische methoden hebben tegenover de methoden van het rekenen enkele belangrijke voordeelen. In Frankrijk worden zij zelfs voor secundaire punten gebruikt. Ook wijlen Dr. W. C. van der S t e r r was er een groot voorstander van en deed ze bij de secun daire Triangulatie in Zuid-Afrika toepassen. H. Roussilhe schrijft in zijn Cours d'astronomie appliquée et géodesie, Paris 1924: ,,de eenige aanwijzing, die men bezit over de waarde van ,,de waarnemingen, is kwalitatief het is bijna uitsluitend op het gevoel, dat men aan „elke meetkundige plaats een gewicht moet toekennen: dit „feit is evenwel niet speciaal eigen aan de geodesie, het is „aanwezig bij alle physische metingen en het verklaart voor „een groot deel de verschillen, die men elk oogenblik ont- „moet tusschen de toepassing van de methode van de klein ste kwadraten en de werkelijkheid". Roussilhe behandelt een grafische vereffening, die genoemd wordt de methode der meetkundige plaatsen, waarvan hij schrijft: „Als deze handelwijze minderwaardig schijnt ten opzichte „van de formules van de zoogenaamde strenge berekening, „vergeet men: „le. De willekeurige wijze, waarop aan de waarnemingen „gewichten zijn toegekend; „2e. De stellige risico's van een te streng volgehouden toe passing van de methode der kleinste kwadraten, wanneer „het aantal onafhankelijke waarnemingen in de buurt van „het halve dozijn ligt." In dit verband is nog merkwaardig een uitlating van Generaal G. Perrier in de voorrede van Traité de Géodésie van P. T a r d i, waar hij onder de dingen, waaruit de vooruitgang in de geodesie kan blijken, opsomt: grafische vereffening voor triangu laties. Uit deze enkele aanhalingen blijkt wel een gansch andere hou ding tegenover het zoo bekende vraagstuk dan de onze, die vooral onder invloed van de Duitsche vakliteratuur ontstaan is. De opvattingen van de Fransche schrijvers lijken mij toch wel iets te naïef, wanneer zij beweren, dat het het beste is, op het oog in de foutentoonende figuur de definitieve ligging van het punt

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 6