75
roep op alle leden van de aangesloten vereenigingen doen. Het is
niet de bedoeling, dat de mededeelingen in de commissies steeds
zeer „wetenschappelijk'' moeten zijn, ook niet, dat zij persé zaken
van de eerste orde van gewichtigheid moeten behelzen. Het H.B.
heeft vooral het oog op mededeelingen uit de practijk. Zoo zegt
men, dat ergens in een stad van ons land geen „Kad'-steenen
worden geplaatst ter verzekering van de punten, doch dat men
hiervoor koperen bouten in de muren van de huizen aanbrengt. Dit
is geen onderwerp om op een vergadering een voordracht over te
houden, noch zal men er toe komen, hieraan een artikel in de vak
pers te wijden. Niettemin is het leerzaam voor vakgenooten hiervan
kennis te nemen. Dit als voorbeeld, hoe het H.B. zich een aantal
der mededeelingen denkt. Het is natuurlijk duidelijk, dat er ook be
langrijker zaken behandeld moeten worden.
Het is de bedoeling, dat voor het eerste Congres het H.B. voor
de vervulling van voorzitter- en rapporteurschap van de commissies
personen zal uitnoodigen. Welke commissies voor dit jaar zullen
worden ingesteld, waar en wanneer het Congres gehouden zal wor
den (vermoedelijk daar, waar de Vereeniging voor Kadaster en
Landmeetkunde vergadert en tezelfdertijd), zal zoo spoedig moge
lijk met de namen van de voorzitters en de rapporteurs der commis
sies medegedeeld worden.
Verder heeft het H.B. het plan, met Paschen 1937 een „vacantie-
cursus" te organiseeren. Zoo n cursus zal een dag of vier duren.
Behandeld zal worden een onderwerp zooals: theodolieten (onder
zoek, keuring, onderhoud); vergelijkende studie van verschillende
methoden voor indirecte afstandsmeting; astronomische plaatsbe
paling; enz. Vooral zal bij deze cursussen aan het practische ele
ment aandacht worden besteed en zal het houden van oefeningen
een belangrijk deel van den tijd in beslag nemen.
Hiermede is in ruwe trekken over de werkwijze van de Federatie
het een en ander medegedeeld. Hoofdzakelijk is over de instructieve
taak van de nieuwe instelling geschreven. Dit ligt eenigszins voor
de hand, omdat zij hierin wel met iets nieuws komt. Hiernaast be
staat natuurlijk haar taak in het opkomen voor de algemeene be
langen van de landmeetkunde en van haar beoefenaren, maar dit
zal geen toelichting behoeven.
Het is natuurlijk de vraag, of de opzet van de Federatie aan het