7 te bepalen. Dit klinkt wel zeer aanlokkelijk, vooral als Rou s- s i 1 h e daar een lofrede aan vast knoopt op de voortreffelijkheden van het menschelijk oog, maar men zal bij dit op het oog uitkiezen toch over een of anderen regel of over beginselen moeten beschik ken om tot de keuze te komen. Bij het zoeken van deze regels komt men toch weer terecht bij het eenige middel, waarover men beschik ken kan, n.l. de methode der kleinste kwadraten. Bij welke grafische methode ook komt deze theorie om den hoek, zoodra er van een overtollig aantal waarnemingen sprake is. Het lijkt mij toe, dat kunstige redeneeringen, los van deze theorie, hetzij in werkelijk heid, bij nadere beschouwing toch op de methode der kleinste kwa draten moeten berusten of anders een element van oncontroleer bare willekeur in zich moeten sluiten, dat ontoelaatbaar is. Van een grafische vereffening kan men dit zeggen. Zij is inder daad plooibaar en gemakkelijk vatbaar voor correctieven, door den waarnemer aan te brengen op grond van zijn oordeel over de meting. Verder laat zij toe, bij toepassing op ondergeschikte geval len, op eenvoudige wijze het definitieve punt te kiezen. Steeds heeft zij het voordeel van leerzaamheid, doordat zij de voor- en nadeelen van elk geval op duidelijke wijze onthult, van welk feit men bij latere bepalingen een nuttig gebruik zal kunnen maken. Zij moet echter steunen op voorafgaande theoretische onderzoekingen, die als steeds neerkomen op de toepassing van de methode der kleinste kwadraten. Ook al kan dan later de ervaren gebruiker tenslotte de keuze van het definitieve punt ,,op het oog" uitvoeren, dit in den grond toch een toepassing van de methode der kleinste kwadraten is. Het oog in kwestie, dat de keuze uitvoert, moet dus wel „het oog van den meester" zijn. Het is er mee als met het spelletje op de kermis, waar een man iemands gewicht schat. Blijkt bij de hierop volgende weging, dat de taxatie minder dan 3 pond fout geweest is, dan moet men betalen; in het andere geval is men gratis ge wogen. Deze man zou natuurlijk geen droog brood verdienen, als hij niet over een rijke ervaring in zijn vak beschikte, die hij niet anders kan hebben verkregen dan door veel menschen te wegen. Het uitschakelen van de weegschaal en het inschakelen van het oog van den gewichtsexpert is dus slechts schijn. Alle grafische vereffeningsmethoden voor een puntsbepaling heb ben gemeen, dat men moet beschikken over de benaderde coördi naten en over de met behulp van deze coördinaten berekende bena-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 7