80 Topografische Dienst. Thans zijn van bijna het geheele land wandelkaarten bij dezen dienst (postrekening 103010) verkrijgbaar. Wij ontvingen een blad wijzer (prijs ƒ0.15) met lijst en prijzen van deze wandelkaarten. F. H. en de perceelen, zooals ze door grens verplaatsing met daarop gevolgde verjaring geworden zijn, van weinig invloed zijn, daar het onderpand meer als een be paalde waarde aan grond is te beschouwen, dan een vast begrensd perceel. Het perceelnummer, dat bij overdracht en hypotheek wordt gebruikt, is volgens Boer niet meer dan een uitwendig teeken en wordt eerst tot een levend begrip door de definitie, die de kadasterkaart er van geeft, en zoo hooren grondboek en kadasterkaart onafscheidelijk bij elkaar. Al liggen nu niet alle perceelgrenzen in coördinaten vast, en al zal dat mis schien tot de kadastrale utopieën blijven behooren, de metingen worden tegen woordig zoo uitgevoerd, dat de mogelijkheid bestaat, de grenzen ook later op het terrein uit te zetten, voor zoover niet de terreinstoestand totaal veranderd is, zoo dat geen oude meetlijnen zijn te gebruiken. In deze richting is reeds veel bereikt sinds 1884. Het is een kalme evolutie geweest, die beter tot het doel voerde, dan revolutionnaire ideeën ten goede. Als derde mogelijkheid bestaat de rechtsgeldige kaart zonder grondboek. Na het voorgaande schijnt dit een vooruitgang in het Kadaster, waaraan nog niet getwijfeld wordt. Mr. A. van der Deure sprak in 1919, bij zijn aanvaarding van het lecto raat te Wageningen, de hoop uit, dat binnen afzienbaren tijd een boekhouding op den grondeigendom zou worden ingevoerd, die groote rechtszekerheid biedt. Zijn opvolger zeide in 1932: „Als het niet kan, zooals het moet, dan moet het, zooals het kan." Bij het eerste gedeelte van dit gezegde heeft men zich neergelegd, het tweede is nog een aansporing voor allen, die grenzen van zake lijke rechten vastleggen om dat naar hun beste vermogen te doen. De metingen zoo uit te voeren, dat de grenzen weer uit te zetten zijn, is een werk, dat tijd kost, maar in de toekomst vruchten zal dragen. Vruchten, die niet geplukt worden door den landmeter, maar door het instituut van het Kadaster. Dit legt wel een groote verplichting op hen, die misschien als buitengewoon landmeter van het Kadaster zullen dienen een instelling, die voor hen op het oogenblik niet meer beteekent dan een mogelijkheid tot verbetering van hun bedrijfsuitkomsten. Aan verbetering van de techniek zullen ze hun beste krachten geven; laten we hopen, dat ze ook het vertrouwen, dat het Kadaster nu bezit, zullen helpen be waren en helpen motiveeren. (Wordt vervolgd.) V. d. W.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 80