90 Wanneer is het nu mogelijk, dat een verdieping als een zaak wordt beschouwd? Zij zal dan zelf een ,,huis" moeten vormen, dus moeten bevatten woon-, slaap- en kookgelegenheid en derhalve eigenlijk moeten bevatten ten minste 3 vertrekken. Echter de moderne woningbouw heeft zooveel middelen ter beschikking om een ruimte in te deelen voor velerlei doeleinden, dat het niet mogelijk is regels op te stel len, wat een verdieping zou moeten bevatten om een zaak genoemd te kunnen worden, terwijl ook rekening moet worden gehouden met de eischen, die door de verschillende bevolkingsgroepen aan een woning worden gesteld. Naar mijn meening is derhalve naar Nederlandsch recht de „ver diepingseigendom" bestaanbaar. Een andere vraag is of men het instituut zou moeten aanmoedi gen, gezien het feit, dat men daarmede een bron van velerlei moei lijkheden gaat ontsluiten. In den laatsten tijd wordt in Frankrijk en België veel propa ganda voor dezen eigendom gemaakt, omdat de mensch, die eige naar is of zal worden van zijn eigen woning, een wezen zal zijn, dat niet zoo licht toegeeft aan revolutionnaire gevoelens, men m.a.w. daardoor een klasse rustige en ordelijke staatsburgers helpt kweeken. In die landen tracht men vooral langs dezen weg den kleinen burger zijn eigen woning te verschaffen, mede om zoo het nijpende gebrek aan goede en goedkoope woningen te bestrijden. Het is de vraag of vooral het laatste motief voor ons land door slaggevend moet zijn om den verdiepingseigendom aan te moedigen. Het uitgebreide werk van J u 11 i o t over den eigendom van étages en appartementen behandelt punt voor punt alle mogelijk heden maar ook de vele bezwaren er aan verbonden. Met verbazing zal men bij kennisneming van dit boek lezen, dat in Grenoble, waar het instituut reeds eeuwen bestaat, in 20 jaren tijds het Hof slechts 2 zaken er over kreeg te berechten. Deze gunstige toestand wordt toegeschreven aan de goede „règlements de co-propriété" waarin de onderlinge betrekkingen tusschen de eigenaren der verschillende verdiepingen worden ge regeld. Art. 664 Code veronderstelt, dat in de eigendomstitels in bij zonderheden afdalende regelingen voorkomen. Zelf geeft het ar-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1936 | | pagina 88