99
2. Driemaandelijksch Bericht betreffende de
Zuiderzeewerken 1936/1,
Detailmeting Uitzetting. Lüdemann: Vorarbeiten für Feldbahnen im
grossen Krieg 1914 bis 1918. A 7. Kuntz: Division de surfaces avec partage
proportionnel des facades. J 186. Charlet: Tracé d'une piste de compé-
tition destinée a faire disputer les épreuves de patinage du championnat de
France de vitesse. J 187.
Oppervlakteberekening. J a n s a Die Schrödersche Dreieckshöhentafel;
Genauigkeitsuntersuchungen. A 6. Herrmann: Einfluss der Papieran-
derung auf die halbgraphische Flachenrechnung. A 9. W e y hDas ver-
besserte Ellingsche Flachenrechnungsverfahren. Z 12.
Mijnmeetkunde. Lüdemann: Kompassmessungen unter Tage bei storen-
dem Einfluss von Eisen. A 16. Céchura: Triangle d'orientation dans le
lever souterrain. J 188.
Waterpassen. Miller: Barometric levelling. AS 8. Biron: L'aména-
gement des Aérodromes. J 185.
Kartografie. Schneider: Zur Inkraftsetzung des Bundesgesetzes über
die Erstellung neuer Landeskarten. S 1. Von Müller: Die Entwicklung
der Kartographie beim Reichsamt für Landesaufnahme nach dem Weltkriege bis
Friihjahr 1934. M 4. Charbonnel: Les supports transparents et la stabi
lisation physique des papiers. J 183. Werkmeister: „Plan" und „Karte".
Z 9. Bobek: Das Kartenwesen von Iran. M 3.
9 Juli 1936. p pf
Aan het verslag over 1935 van den Landmeetkundige Dienst ontleenen wij
het volgende. De veldwerkzaamheden vonden geregeld voortgang met één
(vaste) meetploeg; zij bestonden voornamelijk in het uitbreiden van den meet-
kundigen grondslag in die gedeelten, welke voor uitgifte in den loop van 1935
in aanmerking kwamen. De detailmeting van deze uit te geven kavels kwam
nagenoeg gereed, evenals de groottebepaling en de daarbij behoorende kaartee-
ring 1 a 5000 per uit te geven complex. Bij de inmeting der uit te geven kavels
was het onmogelijk, de plaatsing der vaste punten alleen tot deze terreinen te
beperken, doch het was noodzakelijk (voor een behoorlijk verband met de be
rekening) deze te doen geschieden per grootere eenheid. De aldus opgezette
meetkundige grondslag is thans berekend voor het westelijk van den Medem-
blikkerweg en het zuidelijk van den Wester-Terpweg gelegen gebied en omvat
72 D.P.'s en 200 tusschenpunten. W. N.
1) Niet aanwezig in de bibliotheek van K. en L.