100 3e. de huidige nummering, gegeven door het Bevolkingsbureau; dan beseft men, dat een omschrijving als boven vermeld, niet uit munt door duidelijkheid. Bij Publicatieblad No. 126 van 1828 werd tevens het tarief voor den Rooimeester vastgesteld: Voor het rooijen in de stad of aan de Overzijde 6. tot op de Hel. op Scharlo, de Roode weg beneden Cartha- gena op den Overzijdschen Berg en in de Oost- of Mid deldivisie 12. doch indien er kustland bij de plantagien zijn, alsdan 25.— in de Westdivisie 25. wordende onder het rooijen begrepen alle inspectiën, die den Rooimeester op requisitie doet, zullende hij voor de certificaten, die van hem wegens de rooijing of inspectie verlangd worden, niets daarenboven berekenen mogen; voor afschriften van rooibrieven of certificaten uit zijne boeken getrokken 2. Artikel 2 van de instructie schrijft voor, dat de .belending en strekking volgens het compas worden bepaald en dat de lengten in Nederlandsche ellemaat moeten worden uitgedrukt.' Deze Ne- derlandsche ellemaat is de meter. Aan dit artikel is niet streng de hand gehouden. De rooibrieven uit de eerste helft der 19e eeuw vermelden geen azimuths. In latere rooibrieven vond ik wel een merkwaardige azi- muthsaanduiding, b.v. azimuth zuid 20° oost, 10 meter; oost 20° noord, 12 meter; noord 20° west, 10 meter; west 20° zuid, 12 meter, welke azimuths respectievelijk zijn: 160°, 70°, 340°, 250°.*) Artikel 3 draagt den Rooimeester op de eigenaren van de be lendende perceelen tijdig te waarschuwen. Ik mag wel verklappen, dat aan dit artikel, wat betreft de termijnen, niet meer de hand wordt gehouden. Naar aile waarschijnlijkheid is deze aanduiding ontleend aan de zeevaart: immers daar spreekt men ook van Noord-West ten Zuiden, enz. enz.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 100