106
Nederlandsche Landmeetkundige Federatie.
Vacantiecursus in optische afstandsmeting.
Op 30 en 31 Maart en 1 April 1937 werd aan de Technische
Hoogeschool te Delft de eerste vacantiecursus gehouden in optische
afstandsmeting. Deze had plaats onder de auspiciën van de Neder
landsche Landmeetkundige Federatie. Leider was Prof. Ir. W.
Schermerhor n.
Een der deelnemers berichtte daarover het volgende.
Het succes van dezen eersten cursus zal het Hoofdbestuur van
de Federatie een aansporing zijn in deze richting door te gaan.
Tweede Jaarlijksch Congres 1937.
Dit zal plaats vinden te Eindhoven op 9 October a.s. De in-
„Een 25-tal deelnemers uit verschillende oorden des lands heeft partij getrok
ken van deze nuttige gelegenheid om nader kennis te maken met de optische
afstandsmeting. Over de talrijke problemen, die met dit onderwerp samenhan
gen, werden zij volledig ingelicht; het zwaartepunt van den cursus was echter
gelegd op het zelf practisch beoefenen van de methode en dit werd door de
deelnemers zeer op prijs gesteld.
Reeds in den voormiddag van den eersten dag volgde na een exposé van
de verschillende typen van instrumenten een practicum, om zich alvast met en
kele instrumenten meer van nabij vertrouwd te maken. De deelnemers waren in
zes groepen ingedeeld. Des namiddags toog iedere groep, voorzien van een vol
ledig instrumentarium, er op uit om een begin te maken met het terreinwerk.
Opgave was; opmeting volgens de voerstraalmethode van een klein stukje stads-
terrein in de omgeving der T. H., aan enkele vaste punten, op de verstrekte
schets aangegeven. Dit buitenwerk werd voortgezet op den tweeden dag en in
den voormiddag van den derden dag. In het geheel werd viermaal van instru
mentarium gewisseld, zoodat ieder deelnemer de gelegenheid had zich met ten
minste vier typen van optische afstandsmeters vertrouwd te maken, voorgelicht
steeds op de prettigste wijze door den leider en Prof. J. M. T ie n s t r a en
hun hoofdassistenten de heeren Ir. J. H. van der Meulen en R. Roelof s.
Op den avond van den eersten dag viel te genieten van een voordracht van
den leider, waarin o.m. de verschillende grondbeginselen, waarop de afleesin-
richtingen berusten, tegenover elkaar werden gesteld, en waarin aan de hand
hiervan de ontwikkelingsgang van de Dieperink-baak werd aangegeven en ten
slotte de vraag werd behandeld of de nauwkeurigheid van de afleesinrichtingen
nog kan worden verhoogd.
De namiddag van den derden dag was gewijd aan een critische slotbeschou
wing. Daarbij werd getracht, na een geanimeerd debat, te komen tot een samen
vattend oordeel over de methode.
Het geheel was uitermate leerzaam. Den initiatiefnemers, den leider en zijn
medewerkers wordt ook op deze plaats een woord van dank gebracht!"