iió
overdreven; evenwel verdient het bijzondere van de oplossing zeker
onze belangstelling.
Daar de vectormethode mede op zeer eenvoudige wijze de ele
menten verschaft voor de beoordeeling van de nauwkeurigheid van
de meting en van het resultaat, moge hier nog een bespreking van
dit onderwerp voorafgaan.
In form. Hermeting n°. 4 worden, behalve de m.f. in de enkele
waarneming, ter beoordeeling van de verkregen nauwkeurigheid
nog bepaald de m.f. van het vereffende punt in de richting van de
coördinatenassen mx en my. Zooals bekend geven deze geen vol
ledig beeld van het gestelde doel, doch alleen een oordeel over de
nauwkeurigheid in de beide asrichtingen, die van het netbeeld on
afhankelijk zijn. In zijn artikel in jg. 1929 van dit tijdschrift vestigt
ook prof. J. M. Tienstra hierop de aandacht en leidt op een
nieuwe manier de elementen af van de foutenkromme, die het vol
ledige beeld verschaft. Deze kromme is de voetpuntskromme van
een ellips; van deze z.g. foutenellips volgt hier de wijze van bereke
ning van zijn elementen (zie ook Jordan 1920 I 108, gewijzigd
voor het Nederlandsche assenstelsel).
(zie fig. 1)
[aa] [bb] W
m 2D
(richtingshoek 6)
2 [aa] [bb] W
2D
(richtingshoek -f- 100s)
waarin
W [aa] - [bb] j2 4 [ab]2
2 [ab] [aa] [bb]
sin 2 6 cos 2 0
De m.f, in de richting van de coördinatenassen worden hieruit ge
vonden volgens
max
y