121
Men gaat daarvoor de vectorsom [r^] d^ afzonderlijk constru-
d* d2
eeren en hieruit afleiden de reducties en
n n
De bepaling van A x en A y volgt dan evenals bij de voor-
waartsche snijding.
Bepaling van de wijzigingen v aan de gemeten richtingen.
vi ai A x bi A y fi A o ri z sin (991 -(- fi A o
Vi -j— fi A O
[v] 0 [r z sin (<p [f] n A o [v'] [f] n A o
en, daar [f] 0 A o - (25)
n
De waarden v' kunnen weer uit de figuur worden genomen; het
gemiddelde hiervan geeft A o, waardoor nu v bepaald kan worden.
Controle: [v] moet weer =0.
Als verdere controle hebben we
[vv] [aa] A x2 -f- [bb] A y2 -f- [ff] -f n A o2 -f 2 [ab] AxAy-f
2 [af] Ax - 2 [a] Ax Ao 2 [bfJAy 2 [b] Ay Ao-2 [f] Ao (26)
Door vermenigvuldiging van (16), (17) en (18) respectievelijk
met A x. Ay en A o vindt men
[aa] A x2 [ab] AxAy-|- [af] A x [a] A x A o =0
[ab] A x A y [bb] Ay2 [bf] A y [b] A y A o 0
[a] A x A o [b] A y A o [f]Ao-f nAo2 =0
welke, gecombineerd met (26), geven
[vv] [af] A x -j- [bf] A y [ff] [f] A o 0 en daar [f] 0
[vv] [af] A x [bf] A y [ff] 0
We vinden hier dus dezelfde betrekking als bij de voorwaartsche
snijding
[vv] OL z sin (o, -f [ff], (12)
Voor de eindcontrole vindt men evenals bij de voorwaartsche
snijding uit [av] 0 en [bv] 0 weer [vrj 0 (13)
terwijl de richtingshoek van de hoofdas van de foutenellips weer
de helft is van die van OG; de lengten van de halve assen
A V"[r2] - mod. OG (14) B l/7 [r2] mod. OG (15)