125
schikt voor het uitzetten of verlengen van lange rechte lijnen. Met behulp van
het niveau boven den kijker kan men waterpassen 2 cm per 100 m).
De verticale rand dient hoofdzakelijk voor de reductie van hellende afstan
den. Bij tachymetrische hoogtemetingen kan men een nauwkeurigheid van 10 a
20 cm per 100 m bereiken.
Bij de boussole zijn naald en rand met elkaar verbonden. Afleesindex en loupe
bevinden zich vast op de alhidade. De afleesplaats heeft dus steeds dezelfde
ligging ten opzichte van waarnemer en kijker. De beide randen zijn tegelijk in
het gezichtsveld van één loupe vijfmaal vergroot zichtbaar. Zie fig. 3, waarin
Fig. 4.
de aflezing van den boussolerand is 15,8° (contröle-index 23,2°) en van den
verticalen rand 7,1° (contröle-index 20,8°).
Geo 150. 25 Jahre Zeiss-Nivelliere.
Geo 186. Prazisions-Nivellier A.
Geo 192. Dr. O. von Gruber: Prüfung des Zeiss Nivellierinstrumentes B. (Z. f.
Instrumentenkunde, 49. Jg., Heft 2.)
Geo 183/1. Zeiss Theodolit 111 mit Streckenmess-Ausrüstung.
Geo 107. Zeiss Prazisions-Distanzmesseinrichtung „Dimess" für Zeiss-Theodo-
lite II u. III.
Geo 131. Gutachten über Zeiss Theodolit 111.
Geo 124/11. Zeiss meteorologische Instrumente. Vereinfachter Theodolit für
Ballonbahn-Aufnahmen nach Dr. S c h o u t e. Wolken-Entfemungsmesser 6 m -
Basis. Wolken-Höhenmesser.
Geo 141. H .R. Scultetus: Erfahrungen mit dem Zeissschen vereinfachten Theo-
doliten für graphische Ballonaufnahmen nach Dr. Schoute. (Meteorologische Z.,
