127
Vrije gezichtsvelden boven en onder het prisma zijn verkregen door de ligging
van het prisma in een gaffelvormigen houder. Gesloten kan het prisma gemakke
lijk in een vestzakje geborgen worden (fig. 7). Aan den houder kan een schiet
lood gehangen worden en met behulp van een speciaal tusschenstuk kan men
hem ook op een loodstaaf plaatsen (fig. 8). Met de loodstaaf wordt een grootere
nauwkeurigheid bereikt dan met het schietlood. In dezelfde uitvoering bestaat
een dubbelprisma.
Geo 176. Zeiss Kimmtiefenmesser 1.
Geo 160. Dr. F. Ackerl: llntersuchung eines Universaltheodolits II von
Zeiss. (Z. f. Instrumentenkunde, 54. Jg„ 9. Heft.)
Geo 161. Dr. F. Ackerl: Die Horizontalkreisteilung eines Universal-Theo
dolites II von Zeiss. (Z. f. Instrumentenkunde, 55. Jg., 2. Heft.)
Voorts nog eenige overdrukken uit tijdschriften, die reeds in de bibliotheek
aanwezig zijn.
Van Math. mech. Institut A. Ott, Kempten (Allgau).
Af 443. L. A. Ott: Le planimètre compensateur.
Ott Planimeter und Pantographen. Listen Nr. 301 und 401.
Nachtrag I zu Liste 301.
Ad 443. Gebrauchsanleitung fiir das Ott-Polarplanimeter mit verstellbarem
Fahrarm.
Gebrauchsanleitung für das Ott-Scheibenpolarplanimeter Nr. 144 „Pagov" mit
mehreren Messeinheiten.
Dd 355. P. W erkmeister: Ergebnisse der Untersuchung von fünf Ott-
schen Polarplanimetern mit Grundkreis gleich Null. (Z. f. Instrumentenkunde
1932.)
Dd 364. P. Werkmeister: Ein neuer Linienmesser von A. Ott. (Z. f. In
strumentenkunde 1935.)
Dd 368. Dr.-Ing. L. A. Ott: Neue Planimeter und Integrimeter. (Die Mess-
technik 1936.)
Dd 375. W. Meyer zur Capellen: Ein einfaches Integrimeter. (Z. f.
Math, und Naturwissensch. Unterricht 1936.)
Dd 376. A. W a 11 h e r Mathematische Gerate zum Integrieren. (Z. des Ver-
eines Deutscher Ingenieure, 1936)
Dd 378. Dr.-Ing. L. A. Ott: Systematische Entwicklung der Planimeter und
Integrimeter aus der einiachsten Grundform. (Die Messtechnik, 1937.)
Dd 384. H. Baer: Genauigkeitsuntersuchungen am Polarplanimeter. (Z. f.
Instrumentenkunde, 1937).
Dd 351. P. W erkmeister: Vier neue Kartierungsgerate der Firma A. Ott
in Kempten. (Z. f. Instrumentenkunde, 1932).
Bij de nieuwste uitvoering van den Ott-compensatiepoolplanimeter is de pool
met poolnaald vervangen door een poolblok en de omloopstift door een om-
looploupe. Het poolblok vergemakkelijkt het verplaatsen (verschuiven) van de
pool en voorkomt beschadiging van het papier door de poolnaald. Een merk,
aangebracht op den onderkant van de omlooploupe, laat men op de omtreklijn
glijden, die men door de loupe vergroot ziet. Het telwerk is beschermd door een
stofkap van cellofaan en voorzien van een afleesloupe. Ook aan den schijf-