12
verlichting het geval was, in de verlichting van de kruisdraden een
weerstandje te schakelen, zoodat het beeld van de ster duidelijk
zichtbaar blijft. Men stelt den verticalen kruisdraad iets voor de
ster in en drukt de stopwatch af op het moment dat de ster den
draad passeert. Vervolgens drukt men opnieuw af wanneer de
chronometer de eerstvolgende volle minuut aanwijst. Het oogen-
blik van waarneming was dus de voorgaande minuut vermeerderd
met het aantal seconden dat de aflezing op de stopwatch tot 60
zou completeeren. Hierna wordt afgelezen, de kijker doorgeslagen,
en weer op de ster gericht. Vervolgens wordt weer het terrestrische
punt waargenomen. Uit den aard van de zaak ligt er slechts een
gering tijdsverschil tusschen de beide waarnemingen op de ster in
één dubbelserie. We mogen daarom voor deze enkele minuten de
beweging in het azimuth als eenparig aannemen en de beide waar
nemingen op de 2 tijdstippen herleiden tot een gemiddelde aflezing
op het gemiddelde moment van waarneming, zoodat we slechts
voor iedere dubbelserie éénmaal het azimuth van het hemellichaam
hebben te berekenen.
Als voorbeeld volgt een azimuthsberekening op de /3-ster van
den Kleine Beer ((3 Ursus Minoris) op 25 November 1935. De
waarnemingen in de dubbelserie hadden plaats gehad bij een
tijdsaflezing op den chronometer van 20u56m53sec,5 en
21u00m50sec,5, zoodat de gemiddelde aflezing van de 2 richtin
gen op de ster geacht kon worden te zijn waargenomen om
20u58m52sec,0.
Aflezing chronometer 20u58m52sec,0
Chronometer voor 24sec 0
A'damsche middelb. tijd 20u58m28sec,0
Verschil met Greenw. tijd 19m32sec,l
Greenw. middelb. tijd 20u38m55sec,9
Corr. voor 20 uur zonnetijd 3ml7sec,129
38 min 6sec,242
55 sec 0sec,151
0,9 sec Osec 002
Sterreuren na Ou Greenw. 20u42ml9sec,424
25 Nov. 1935 sterretijd om Ou Greenw. 4ul2m02sec,384
Lengteverschil (4°53'02") 19m32sec,153
Plaatselijke sterretijd Iul3m53sec,961