134 zal worden toegepast? Het woord mogen'' in het le lid wijst niet in deze richting. Het komt ons dus noodzakelijk voor, dat terwille van de rechts zekerheid van den grondeigendom, uitdrukkelijk wordt bepaald, dat van elke Rvk O een akte moet worden opgemaakt en gepubliceerd. Dan wordt meteen, voor zoover nog noodig, ambtshalve de ka dastrale toepassing verkregen. Als men in het V.V. leest, dat men de Rvk O wil bevorderen en aanmoedigen door hulp en voorlichting van Overheidswege koste loos te geven, moet dan niet de gedachte rijzen, dat ook de Bijzon dere Commissie zich voorstelt, dat altijd de Staat mede partij bij de overeenkomst zal zijn? Wat wil de Minister dan regelen met de artt. 3 t/m 5, los van artt. 6 en 7? Men vergete niet, dat thans ook mogelijk wordt een vereenvou digde wijze van Rvk; ware het dan niet practischer geweest, de eigenaren van een blok, die vrijwillig willen medewerken tot een betere verkaveling, naar dit instituut te verwijzen? Of had men het oog op zulke eenvoudige gevallen, dat geen we gen of nieuwe wegen noodig zijn en men dus vreesde aldus in con flict te komen met de bepalingen daarover? (art. 82 nieuw). Art. 6 opent de mogelijkheid sommige wetsbepalingen op de Rvk O toegepast te krijgen. Is hier met opzet de verwijzing zoo vaag gehouden? Zullen partijen b.v. op deze wijze ook art. 100, enz. toepasselijk mogen verklaren? Beter ware o.i. geweest als men duidelijk had bepaald, welke artikelen konden worden toepasselijk verklaard. Op voetspoor van het V. V. meent ook de Minister, dat het noo dig zal zijn, scherp op te letten, dat niet een gewone ruiling wordt gegoten in den vorm van een Rvk O om de daarom geldende gun stige bepalingen deelachtig te worden. Ook hieruit kan weer worden afgeleid, dat de stellers van het V. V. en ook de Minister alleen dachten aan een Rvk O altijd met den Staat als medepartij. Was er vroeger geen enkel criterium over ruilverkaveling, omdat de wet hiervan geen definitie gaf, in art. 3 heeft men thans ten minste eenig houvast. Het komt ons echter voor, dat er niet veel vrees behoeft te bestaan, dat partijen een gewone ruil willen gieten in den vorm eener Rvk O. Vergeet men niet het lage Registratie-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 134