13 Rechte klimming (3 Urs. Min 14u50m47sec,9 Uurhoek t 10u23m06sec Uurhoek t 155°46'30". De ster heeft dus een azimuth westelijk van het Noorden. Met de door den Heer Meertensop blz. 36 afgeleide formule tg S cos w sin w cos t cotg A sin t vinden we bij een cp van 52°20'55" en een l van 74°24'51" voor A een waarde van 8°01'15" westelijk van het noorden, overeenko mende met een azimuth van 391g08c80cc (centesimaal). Hieruit volgde gemakkelijk het azimuth van de richting op aarde, welke in het hier gegeven voorbeeld bij meting van 1 dubbelserie bedroeg 395.30.99 (centesimaal). Bij een meting overdag werd, met oriën teering op een verren toren en met inachtneming van de meridiaan convergentie dit azimuth gemeten op 395.31.16 (centesimaal). Zooals de lezer zal bemerken, heeft de oriënteering op deze ster niet op een van te voren vastgesteld tijdstip plaats gevonden. Im mers de uurhoek was hier 156°; volgens het nomogram bedraagt de gunstigste uurhoek 69°. De gunstige declinatie echter zorgt hier toch noq voor een zeer dragelijke waarde van sin z nl. 0,322. Hoe te werk te gaan, als men zich in de ster, waarop men heeft georiënteerd, heeft vergist? Komt men bij de berekening van een veelhoek tot de ontdekking, dat men zich bij de afsluiting in een van de eindpunten van den polygoon heeft vergist in de oriën- teeringsrichting, dan is uit de voorloopige, ongecorrigeerde azi muths van de veelhoekszijden, uitgaande van het beginpunt, wel een benaderd azimuth van de oriënteeringsrichting af te leiden, waaruit door probeeren de juiste toren spoedig wordt gevonden. Op dezelfde wijze kan men te werk gaan, wanneer georiënteerd is op een verkeerde ster. Ik kwam tot de oplossing van dit vraag stukje toen ik, na een waarneming op Deneb op 23 December 1935, bij de berekening een grove fout maakte, welke ik bij naziening niet dadelijk ontdekte. Op welk hemellichaam had ik dan georiënteerd? Gelukkig had ik naar de „onbekende" ster nog een tweetal waar nemingen (dubbelserie) een uur later gemeten. Met deze beide series waarnemingen bepaalde ik de ster op de volgende wijze. COS h COS P

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 13