149
Prof. J. M. T i e n s t r a. Nomogram voor de berekening van den hoek
tusschen boog en koorde bij de stereografische projectie. Nomogram voor de be
rekening van de vergrooting bij de stereografische projectie. Nomogram ter be
paling van de richtingscoëfficiënten. Met index. Twee nomogrammen voor de
grafische vereffening bij de puntsbepaling.
Prof. Ir. W. Schermerhorn en Prof. J. M. T i e n s t r a. Schriftelijke cur
sus Fotogrammetrie (Niet voltooid.) VII 239 blz., 21 X 30 cm, ca. 1934.
J. M. Corsten. Luchtfotogrammetrie in Nederland. (Openbare Werken,
1933.)
Dr. A. K n i g. Die Femrohre und Entfernungsmesser. V 242 blz., 16 X
24 cm, Berlin, 1937.
L. Zimmerman n. Anleitung zur Berechnung der Polygonpunkt- und
Kleinpunkt-Koordinaten. 104 blz., 15 X 22 cm, Berlin, 1921.
Id. Die Berechnung des Flacheninhalts der Grundstücke. 96 blz., 15 X 23 cm,
Berlin, 1921.
Id. Die Berechnung und Teilung der Grundstücke. Mit Hilfstafeln. Band I:
175 blz., 14 X 23 cm; Band II: 88 blz., 14 X 23 cm; Liebenwerda, 1925.
K. Schroder. Tafel zur Ermittlung der Dreieckshöhe aus der Dreiecks-
seite. Stralsund, 1936.
R. D a n g e r et R. Martin. Cours de calculs numériques et graphiques du
topomètre. 358 blz., 16 X 25 cm, Paris, 1936.
Kadastrale Dienst in Ned.-lndië. Voorloopige toleranstabellen. 38 blz., 21 X
29 cm, 1937.
Deutsche Reichsbahn. Abstecken und Vermarken von Gleisbogen nach dem
Winkelbildverfahren. XII 187 blz., 15 X 21 cm, Berlin, 1937.
Prof. Dr. C. Troll und Prof. Dr. R. Finsterwalder. Die Karten der
Cordillera Real und des Talkessels von La Paz (Bolivien). 18 blz., 22 X 27, 2
kaarten, Gotha, 1935),
Harkink. Machinerekenen (zie dit tijdschr., jg. 1936, blz. 191).
P. W ij d e n e s. Middel-Algebra. 612 blz., 16X23 cm, Groningen, 1934,
(Zie dit tijdschr., jg. 1934, blz. 33.)
P. W ij d e n e s. Antwoorden op de vraagstukken van Middel-Algebra. 32
blz., 16 X 24 cm, Groningen 1933.
Brunsviga-Maschinenwerke. Sonderheft 1936. 93 blz., 17 X 23 cm, Braun
schweig, 1936.
M. Predhumeau. Cours de calcul graphique des surfaces. 131 blz., 17 X
22 cm, Paris 1923.
Dr. C. H. van Os. Inleiding tot de functietheorie. 245 blz., 16X25 cm,
Groningen, 1935.
Sarrazin und O b e rb e c k-H 5 f e r. Taschenbuch zum Abstecken von
Kreisbogen (zie dit tijdschr., jg. 1937, blz. 82).
Das Rechnen mit der patentierten Trinks-Brunsviga Rechenmaschine. 132
blz. 112 formulieren, 17X21 cm, Braunschweig, 1921.
Dr.-Ing. F. T r i n k s. Geschichtliche Daten aus der Entwicklung der Rechen-
maschinen von Pascal bis zur „Nova-Brunsviga". 48 blz., 14 X 20 cm, 1926.
J. Faerber. Die Rechenmaschine im technischen Büro. (Brunsviga-Mo-
natshefte, 1929.)
