1
156
die personen die, zonder zelf deel te nemen aan zoodanige nieuwe vindingen
of aan de volmaking daarvan, niettemin in de uitoefening van hun beroep
er de nuttigste toepassingen van kunnen maken.
Zoo is het ook, sedert het begin onzer eeuw, met de methode der kleinste
kwadraten gegaan. Zij werd het eerst toegepast op eenige gewichtige
astronomische vraagstukken en vond in de sterrekunde steeds meer gebruik,
zoodat zij er thans zoo in thuis is geraakt, dat geen arbeid van eenig be
lang daarin, meer zonder haar kan worden uitgevoerd.
Maar juist omdat zij in geenen deele tot zoodanigen bijzonderen tak onzer
mathematische en physische kennis is beperkt, maar integendeel, overal toe
passelijk is, waar het er op aankomt door waarnemingen of proeven, uit
komsten in cijfers te erlangen of daaruit vertrouwenswaardige besluiten te
trekken daar zij tevens het middel oplevert om telkens den graad van
nauwkeurigheid van zoodanigen arbeid te beoordeelen was van den
beginne reeds een groote uitbreiding evenzeer te verwachten als te wenschen.
Thans reeds heeft de physica in vele opzichten werkelijke voordeelen met
haar hulp verkregen en zonder eenigen twijfel zal het in de toekomst even
zoo gaan met andere deelen van de algemeene kennis der natuur, waarbij
tot heden van dit nieuwe en werkzame hulpmiddel nog geen partij is ge
trokken. Onmiskenbaar is ook het nut wat de praktische meetkunde er uit
putte, toen men de methode ook daar begon te benutten.
Tot heden geschiedde dit nog maar uitsluitend in dat deel hetwelk men
de hoogere geodesie pleegt te noemen. De reden hiervan is, dat men van
ouds gewoon was geraakt de daarbij gevolgde handelwijzen naar het voor
beeld en op aanwijzing der sterrekundigen te volmaken. Het gebruik der
methode beperkt zich evenwel volstrekt niet daartoe. Al vindt men ook nog
bezwaar het onderscheid tusschen de zoogenaamde hoogere en lagere geode
sie geheel te laten vervallen, dan zal men toch niettemin moeten bekennen,
dat de laatste evenveel aanspraak heeft als de eerste, om haren arbeid door
een methode geleid te zien, die ten doel heeft, niet alleen de nauwkeurigheid
te verhoogen van alles wat meting is, van welken aard of soort dan
ook, maar ook om die nauwkeurigheid zelve met juistheid te kunnen
schatten.
De algemeene verspreiding van het gebruik der methode der kleinste kwa
draten onder de mannen der praktijk die juist in hunne dagelijksche bezig
heden daaruit veelsoortig nut kunnen trekken, werd tot heden evenwel
door groote bezwaren verhinderd. Hij die zijn waarnemingen volgens deze
methode wilde vereffenen, moest eerst trachten zichzelve tot op dat stand
punt der wetenschap op te werken van waar hij meende, dat het mogelijk
zoude zijn, het plan van het werk met juistheid vast te stellen, dan zich
zelve tot de toepassing in ieder speciaal geval trachten door te arbeiden
en indien hij daarbij op een dwaalweg geraakte, telkens weder op het eerste
standpunt terug keeren, tot hij den juisten weg tot zijn doel had gevonden.
Dat is evenwel geene zaak van den praktikus, die door beroep en nood
zakelijkheid verplicht is om op gebaande wegen te gaan zonder oponthoud.
(Wordt vervolgd.) V. d. W.