169 Met betrekking tot dit onderwerp moge ik een gedeelte aanhalen uit een correspondentie met den toenmaligen oud-Ingenieur-Verifi- cateur M. de Vos. Hij schrijft op 28 November 1921: 't Doet me heel veel genoegen te vernemen, dat thans officieel besloten is, in de geheele divisie Zutphen tot het maken van copie-veldwerk volgens de door U ingevoerde methode over te gaan. Het is m.i. niet de vraag of er misschien wel eens iets kan gevonden worden, dat tegen de methode pleit, als wel of die meer voordeel dan nadeel aanbiedt. Worden de nieuwe aankome- lingen in het vak gedwongen, zich het schetsen op het terrein eigen te maken, dan verdwijnen op den duur alle brekebeenen in dit op zicht." Hieruit blijkt, dat ook de Heer D e V o s het schetsen op het ter rein zeer wenschelijk achtte. Het aanteekenen in een „schetsboek behalve wanneer de weersomstandigheden daartoe mochten nopen, is om verschillende redenen ongewenscht, niet het minst omdat de economische zijde van het doordruksysteem hierdoor in het ge drang komt. Van mijn proefnemingen, begonnen in het jaar 1918 en gedaan onder de ongunstigste omstandigheden, werden de resul taten zoodanig bevonden, dat de Heeren Kwisthouten W e y- g e r s, destijds Ingenieur-Verificateur en Inspecteur van het Ka daster te Zutphen en den Haag, ze sterk aanmoedigden en aanlei ding vonden ze te introduceeren bij Z.E. den Minister van Finan ciën. Het gevolg was, dat mij verzocht werd, een handleiding samen te stellen voor de toepassing van het systeem bij onzen kadastralen dienst. Deze handleiding werd naar ik meen te weten, toegezonden aan alle divisieschefs. Zonder de pretentie van volledigheid zijn hierin regelen gesteld voor de hanteering van de werkwijze en het is mijn overtuiging, dat met den aanhef van punt 1: „men gebruike materialen van de beste kwaliteit," het geheele systeem staat of valt. Daarom moet met erkentelijkheid worden vermeld, dat althans te Zutphen weer geprepareerd minuutveldwerkpapier (buitenvel- len) is verstrekt van de oude, goede kwaliteit, nadat eenigen tijd absoluut onbruikbaar materieel was gedistribueerd. Dit laatste feit heeft ongetwijfeld bijgedragen tot de slechtere resultaten en het zal de bezwaren er tegen hebben vergroot. De fotokopieën van de minuutveldaanteekeningen, op het terrein vervaardigd, zullen geen kleurverschillen kunnen aangeven. De ver schillende cultuur (wegen, huizen, water) zal niet door een kleur

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 169