ADMINISTRA
171
Literatuuroverzicht,
en de afstandsmeter in gebruik zijn. Op 242 pagina's is een overstelpende hoe
veelheid feiten en gegevens verzameld, die met een korte toelichting en hier en
daar een simpelen practischen wenk aan den lezer wordt voorgelegd.
Dit streven naar volledigheid heeft het werkje gemaakt tot een begeerlijk
bezit voor den vakman, die zich wat ruimer wil oriënteeren. Het gaf het boekje
echter ook het karakter van een compendium, waarvan de lectuur tamelijk ver
moeiend is; men ontmoet een ononderbroken reeks van spaarzaam bediscus
sieerde feiten; bijna nergens eenige aanduiding, waar nog vraagteekens bestaan
en in welke richting de menschelijke geest nog zoekende is. Slechts bij
de beschrijving van de Einstandentfemungsmesser voor militair gebruik krijgt
men eenigen indruk van de moeilijkheden, welke waren te overwinnen. Niet
als studiemateriaal dus (en zeker niet voor den beginner), maar wel als over-
zichts- en naslagwerk moet men het boekje beschouwen en waardeeren.
Enkele formules vindt men alleen in het eerste hoofdstuk, Die Lehre von der
Abbildang, een hoofdstuk, dat door den compacten vorm, waarin de stof gegoten
werd, niet den leek in de optiek zal kunnen inwijden, doch dat den ingewijde
een nuttige herhaling en samenvatting geeft.
Als landmeter kan men moeilijk eenige teleurstelling onderdrukken, als in het
hoofdstuk Entfernungsmesser sterk de nadruk blijkt te vallen op de militaire ap
paraten, terwijl aan de geodetische afstandsmeters slechts 12 bladzijden worden
gewijd. Bij vergelijking met den eersten druk (1923), blijkt wel duidelijk de
activiteit, die op dit gebied heeft geheerscht; nieuw opgenomen zijn o.a. de
baak van prof. D i e p e r i n k, die van Heckmann, de contacttachymeter van
Kern, etc. Verder valt natuurlijk de vooruitgang op het gebied van de dub-
delbeeldafstandmeting sterk in het oog. Bij de behandeling hiervan in 4 pagina's
(tegen slechts 1 alinea in 1923!) kan dit onderwerp echter niet voldoende tot zijn
recht komen.
Een nogal schematische behandeling van de geschiedenis van den verrekijker
van Lipperhey tot Porro besluit dit werkje, dat behalve enkele tekortkomingen,
die we noemden, zeer groote verdiensten heeft als middel ter oriënteering in het
uitgestrekte gebied van de toegepaste optiek, en dat we als zoodanig sterk kun
nen aanbevelen. R. R.
Lintbebouwing en Volkshuisvesting zijn onderwerpen, waarover tegenwoordig
telkens artikelen worden gepubliceerd. In het Tijdschrift voor Volkshuisvesting
en Stedebouw (Mei 1937) treffen we weer een bijdrage aan met duidelijke foto's
verlucht, waarin nog eens de aandacht wordt gevestigd op de onherstelbare
schade aan het landschapsschoon toegebracht door niet juist geregelde be
bouwing.
De schrijver D. E. W e n t i n k toont fouten aan in de bouwverordeningen,