178
Grondbelasting en veelal de noodzakelijkheid van hypotheekverleening partijen
dwingt, door rectificatie te zorgen, dat de perceelen ook administratief op den
juisten naam worden gesteld.
Het geval van den ijzeren windmolen (dit Tijdschrift 1937/22) is thans ten
slotte in cassatie beslist. De Hooge Raad oordeelde bij arrest d.d. 2 April 1937
(1937/639), dat nu het Hof had vastgesteld, dat de toren (windmolen) geen nut
had en de plaatsing was geschied met de uitsluitende bedoeling den buurman te
benadeelen, de aangevoerde cassatiemiddelen moesten worden verworpen. Dit
misbruik van recht is dus tegengegaan. Het heeft de beide strijdende partijen heel
wat geld en zorgen gekost, maar de uitzichtvernietigende windmolen zal weder
verdwijnen.
De vraag naar de verantwoordelijkheid voor fouten begaan bij het verstrek
ken van inlichtingen ter bewaring (dit Tijdschrift 1937/23) is nu in cassatie door
den Hoogen Raad onderzocht (12 Maart 1937, 1937/573). Het oordeel luidde:
Art. 1265 B.W. is, overeenkomstig de bestaande praktijk, aldus te verstaan, dat
op den bewaarder de verplichting rust om hem, die dit verlangt, door „voorleg
ging" van de op een perceel bestaande inschrijvingen en beslagen, met alle ten
laste van het perceel bestaande hypotheken en beslagen bekend te maken.
De Staat is verplicht de schade te vergoeden, geleden door den kooper, die
vooraf recherche liet doen, doch aan wien wel de inschrijvingen, maar niet de
beslagen waren voorgelegd.
Immers, overweegt de Hooge Raad, de aanvrage om recherche deed voor den
Staat de „verbintenis" ontstaan, krachtens art. 1265 B.W., om voor te leggen
de registers, ook die waarin de beslagen waren overgeschreven. Deze verbintenis
is niet nagekomen en dus moet de Staat volgens art. 1280 B.W. de schade ver
goeden, nu hij niet kan aantoonen, dat dit nakomen hem niet kan worden toege
rekend. (Met noot van Schol ten, die het arrest juist vindt.)
In W.P.N.R. 3499, 3504 en 3507 komen beschouwingen voor over hetzelfde
onderwerp, ook met betrekking tot de bijzondere positie van den beëedigd klerk,
dien b.v. A d r i a n i aanspsprakelijk wil stellen tegenover den Notaris-lastgever,
terwijl H o 11 e s t e 11 e hem bij dit werk als ambtenaar beschouwt en dus bij
fouten steeds de aansprakelijkheid bij den Staat wil leggen.
Van den kadastralen dienst in Ned. Indië bereikt ons thans de Instructie
Rechtsmutaties, ingevoerd op 1 Juli 1937 (opgenomen in de bibliotheek). Men
vindt er in de voorschriften betrekkelijk het opmaken van Landmeterskennissen
en Certificaten met ingevulde modellen aan de praktijk ontleend. Het is een
samenvatting van oude instructies en sindsdien verschenen voorschriften op over
zichtelijke wijze gerangschikt, die aansluit bij de nieuwe Instructie Meetbrieven,
die we hebben aangekondigd in dit Tijdschrift 1937/105.
Verder ontvingen we het zoojuist verschenen Supplement op het Tarieven-
boekje van W. Timmer, besproken in 1933/57. x)
De aanvullingen zijn gesteld op enkelzijdig bedrukt papier en kunnen dus wor-
1) Prijs supplement ƒ0.25, boekje met supplement ƒ1.15, franco per post.
Giro 181818 van W. Timmer, Rotterdam.