18 Literatuuroverzicht. 1. Boekbeoordcclingen. Mr. S. Jaarsma. Grond voor den Nederlander. 120 blz., 16 X 24 cm, ing. Soerabaja 1936. Deze brochure zal ongetwijfeld in Ned.-Indië vele lezers vinden, maar ik hoop, dat zij ook hier te lande, in en buiten de landmeetkundige wereld, ge lezen zal worden. Niet alleen, omdat het vraagstuk, waarom het gaat, deze be langstelling verdient, maar ook, omdat uit dit boekje blijkt van hoeveel beteekenis een goed kadaster voor de maatschappij is. Door Mr. Jaarsma wordt een pleidooi gehouden voor de intrekking van het vervreemdingsverbod, neergelegd in de ordonnantie dd. 4 Aug. 1875, die alle overeenkomsten nietig verklaart, die het vervreemden van Inlandsche ge bruiksrechten op den grond aan niet-Inlanders ten doel hebben. Ter voorkoming van misbruiken acht de schrijver de volgende waarborgen noodig: de instelling van een Inlandsch Kadaster en Inlancfschen Burgerlijken Stand; de aanstelling van speciale grondrechters o.a. voor het passeeren van de akten van grondmutatie en bezwaring en ten slotte zoonoodig belastingheffing om te groot grondbezit tegen te gaan. (Ter toelichting diene, dat het bestaande Kadaster, globaal beschouwd, alleen betrekking heeft op de eigendommen en zakelijke rechten van Europeanen en Vreemde Oosterlingen. Er buiten valt bijna het geheele Gouvemementsdomein, dat, tengevolge van de bekende domeinverklaring, behalve bosschen en woeste gebieden, alle desa's, sawah's en andere gronden, waarop Inlanders het een of ander recht hebben, omvat. Er is wel een administratie voor de van de In landers geheven landrente, maar de grondslag daarvan, het Topografisch land renteperceel, bevat den grond van vele, soms tientallen, Inlanders. De verdee ling van de landrente over de belastingbetalers geschiedt door het desa-bestuur.) Om zijn betoog te staven geeft de schrijver eerst een beschrijving van den bestaanden toestand, waarin hij onder meer aanvoert de ontduiking van het ver vreemdingsverbod, het ontbreken van een landbouwmiddenstand en de geringe ontwikkeling van het Inlandsche grondkrediet. Wel heeft de Regeering getracht dit laatste te bevorderen door de ordonnantie betreffende het kredietverband, maar de schrijver zegt daarvan (blz. 53): „Het zwakke punt van het instituut van credietverband is, dat de Inlandsche gronden niet zijn gekadastreerd, niet zijn voorzien van meetbrieven en „bezit"- akten. De credietinstellingen, die geld mogen uitzetten op credietverband, zijn zeer beperkt in aantal, de rentevoet is hoog."; en even later: „Alles wat het Gouvernement onderneemt op het gebied van Inlandsch grond- crediet, zonder voorafgaande kadastreering en inrichting van een betrouwbaar hypothecair stelsel blijft prutswerk". De plaatsruimte belet om meer van den inhoud te vertellen, hoe interessant het door de Baliërs zelf vervaardigde primitieve Kadaster: het door Sultan Soleiman op Lingga-Riouw ingevoerde stelsel (op het Torrensstelsel geïnspi reerd) en de verschillende pogingen om tot een Inlandsch Kadaster te geraken, ook zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 18