199
sieke waarde van het kadaster, die uitgaat boven het bezitten van
een goede kaart alleen.
De meetkundige grondslag van zoo n oude hermeting toch was
een driehoeksnet, waaraan een meetlijnenconstructie werd opge
hangen. Veelal verzekerde men de hoekpunten van het net niet
eens; het geheele systeem was niet bestemd om bewaard te blijven;
als de kaart was ontstaan had het zijn „Schuldigkeit" gedaan. De
meetlijnen werden natuurlijk zoo gekozen, dat de terreindetails er
zoo gemakkelijk mogelijk aan konden worden opgenomen, maar dat
ze later nog eens gebruikt zouden worden, daaraan dacht men een
voudig niet.
Polygonen werden alleen gebruikt in uiterste noodzaak, als het
nu eenmaal niet anders kon. In het Tijdschrift van 1888 vindt men
een lijvig artikel van Hoffmann, die daar een lans komt breken
voor polygoonmetingen, die uit wantrouwen achtergesteld werden
bij een meetlijnenconstructie, verbonden aan een driehoeksnet.
Eveneens in het Tijdschrift van 1888 schrijft Boer een groot
artikel over de vernieuwing van het Kadaster van Pruisen. Hij con
stateert, dat in Duitschland toen al vrij algemeen de polygoonmeting
het had gewonnen van de driehoeksmethode, om het nu zoo maar
eens te noemen, en Boer merkt hierbij op, dat deze laatste me
thode het nadeel heeft, vaak een ingewikkeld en moeilijk te recon-
strueeren meetlijnenstelsel noodzakelijk te maken, wat ,,de voort
planting en opeenhooping van de onvermijdelijke fouten in de hand
werkt en de wederopstelling van grenzen zeer bemoeilijkt."
Hier komt nu iets anders voor den dag. Het publiek vraagt van
het Kadaster niet alleen een goede afbeelding van den bodem, waar
op het rechten uitoefent, maar het wil meer, het wil behoeding in de
uitoefening van die rechten, het wil een behoorlijke vastlegging van
de grenzen, en het verlangt, dat deze grenzen zoo noodig op het
terrein met groote zekerheid worden uitgezet. Een goede kaart al
leen is niet voldoende hiervoor; als we in dit stadium komen, wordt
de. kaart betrekkelijk ondergeschikt en treedt het meetgetal naar
voren, met andere woorden, het zwaartepunt voor het Kadaster
wordt verlegd naar de veldaanteekeningen. U denkt nu al aan
dienstjaar 1879 en ik behoef dan verder niets te zeggen.
Als Boer dan ook vecht voor een rechtsgeldig kadaster, dan is
een verbeterde techniek en een cijferkadaster vóórondersteld. De
eenige technisch juiste vastlegging van grenzen is de mathematische,