202 2e. dat de hermetingen vóór 1906 weliswaar goede kaarten lever den, maar de wijze van bijhouding heeft de waarde van deze kaar ten aanmerkelijk doen dalen. Zij zijn niet aangesloten aan de R. D. en de metingen zijn niet zoo verricht, dat de grenzen gemakkelijk en nauwkeurig zijn te reconstrueeren. Nemen we nu daarbij de cijfers van ons onderzoek, te vinden in het H. O. no 87. Vooraf merken wij op, dat deze statistiek slechts een betrekkelijke waarde heeft, ten eerste, omdat een drietal kan toren niet heeft meegewerkt en ten tweede, omdat achteraf is ge bleken, dat de vragen niet zoo scherp gesteld waren, als wel wen- schelijk geweest zou zijn, zoodat de wijze van beantwoording nogal verschillend is. Toch zijn de gegevens interessant en volledig ge noeg, om er conclusies uit te kunnen trekken. Op een totaal oppervlak van ons land van rond 3.308.000 ha is 247.547 ha hermeten of herkaarteerd, d.i. 7,5%. Met de ontbrekende kantoren mogen we dit percentage op rond 8 stellen. Hiervan blijkt 78.961 ha te zijn aangesloten aan de R.D., of een kleine 3 Die overige 5 moeten we dus rekenen tot de oude hermetin gen van omstreeks 1906 en daarvoor. Iets minder dan de helft van de hermetingen, aangesloten aan de R.D., komt op rekening van de ruilverkaveling, Amsterdam en Eindhoven (alle hermetingen van de laatste jaren en dus inderdaad modern van opzet, technisch, administratief en juridisch) en van Arnhem. Van dit kantoor wordt de helft d.i. ruim 5000 ha geleverd door Dieren en nog 4440 ha door Apeldoorn. Wij weten evenwel dat onder de aangesloten hermetingen er zijn, waarbij geen delimitatie is verricht; onder de oude hermetingen kwam dit zeer veel voor en voor zoover ik weet, maken alleen die van Boer hoe zou men ook anders kunnen verwachten daar op een gunstige uitzondering. Deze hermetingen zonder delimitatie zou ik even apart willen zetten: kartografisch zullen ze wel in orde zijn, maar of ze den toets der kritiek ten aanzien van ons streven naar een hoogere rechtsgeldigheid kunnen doorstaan, is aan gerech ten twijfel onderhevig. Als wij mogen zeggen, dat de oude hermetingen inderdaad ver ouderd zijn en ook kartografisch niet ver staan boven goede minuut- kaarten, als we dan van de 3 meer of minder moderne hermetin gen nog iets mogen afdingen, dan moet onze conclusie wel zijn, dat

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 202