204
doet. Ik las kort geleden in het boekje Was heisst Wirtschaftlich-
keit im V ermessungswesen door Karl M i c"h a e 1 en Kurd
S 1 a w i k, dat ook in ons Tijdschrift is besproken, een boekje, dat
ik U allen aanraad toch ook eens te lezen, een zinnetje, dat mij uit
het hart gegrepen was, een woord van een Ministerialrat, die zeide:
„Geen machinebouwer zal men verplichten een honderd jaar oude
machine weer op gang te brengen; van geen soldaat wordt ver
langd, dat hij met een vuursteengeweer zal schieten. Maar iedere
landmeter moet eiken dag wéér moeizaam pogen, met kaarten en
gegevens, 100 tot 150 jaar geleden ontstaan, het scheppende leven
van den modernen tijd te dienen' Zoo is het ook bij ons.
Onverzwakt blijven voor ons, kadastermenschen, de argumenten,
die steeds hebben gegolden, als wij vernieuwing van het Kadaster
propageerden: we hebben nog altijd slechte kaarten bij hoopen, de
schaal van vele plans is te klein, bladen sluiten slecht aaneen, de
grootten zijn er meestal naast; met een verhoogde bewijskracht zijn
we nog niet ver gekomen, het overgroote deel van de grenzen ligt
niet of onvoldoende vast. Argumenten te over, om op vernieuwing
in een snel tempo en met alle middelen aan te dringen.
Maar er is meer. In het begin van mijn inleiding zei ik reeds, dat
de drang om het kadaster te vernieuwen in hoofdzaak kwam uit de
kringen van het vak zelf. Ook, dat vooral sprak de behoefte aan
een goede kaart. Nu echter zien we den drang naar vernieuwing
komen van instanties buiten het Kadaster en wel van al die pu
bliekrechtelijke lichamen, die veelal door de wet daartoe genood
zaakt, maar ook voor het beheer van hun grondbezit, een goede
kaart noodig hebben, een goede kadasterkaart met name, omdat deze
niet alleen veel details, maar vooral ook de economische indeeling
van den bodem doet zien, en dan denk ik in de eerste plaats aan
de gemeenten.
Het opmerkelijke verschijnsel doet zich voor, dat de groote her
metingen van de laatste jaren alle zijn aangevat op aandrang van en
met medewerking van de betrokken gemeenten. Niet alleen Amster
dam en Eindhoven, de welhaast klassieke voorbeelden, maar ook
vele kleinere gemeenten zijn dien weg opgegaan of zouden gaarne
dien weg opgaan.
De gemeenten, ook de kleinere, hebben al sedert jaren behoefte
aan een kaart, waarmee zij kunnen werken. De kadastrale kaart is
om zoo te zeggen de eerstaanwezige in dit geval en heel vaak heb